Erasmus Universiteit Rotterdam [ Erasmus University home page | Dept. of Philosophy home page ]
 
 
 
 

Woef! 


Gijs van Oenen

 

 

 

Spraakherkenning door computers is misschien geen gemeengoed, maar ook geen groot nieuws meer. Relatief goedkope programma’s, meegeleverd met iedere nieuwe huiskamercomputer, zijn in staat om gesproken woord te herkennen en in geschreven taal om te zetten. Welbeschouwd een wonder, maar alweer zo alledaags dat je je er nauwelijks nog over verbaast. Als ik ‘Woef!’ zeg tegen mijn computer, verschijnt bijna onmiddellijk op mijn scherm: ‘Woef!’

            Wel nieuws is dat computers nu ook spraakherkenning voor honden op hun repertoire hebben! In een publicatie in het vakblad Animal Cognition meldt een team van Hongaarse, Zwitserse en Franse onderzoekers dat de computer nu, met behulp van een nieuw algoritme, hondengeblaf kan herkennen. Niet alleen de individuele hond kan worden herkend aan zijn geblaf–de computer herkent de hond zelfs beter dan zijn eigenaar– maar ook het blaffen zelf kan worden geduid. Met ‘Woef!’ kan de hond bedoelen ‘vreemdeling’, maar ook ‘vechten’, ‘uitlaten’, ‘alleen’, ‘bal’ en ‘spelen’. Ik zeg maar zo, ik zeg maar ‘Woef!’

            Ik had ooit al begrepen dat sommige prooidieren verschillende angstkreten hebben om bijvoorbeeld aanvallers met vleugels te onderscheiden van aanvallers met poten; soortgenoten zijn zo beter gewaarschuwd. Maar het hondenbegrip gaat een heel stuk verder. De hond kan uitdrukken – of beter gezegd woefen - hoe hij zich voelt, wat hij wil, en voor een bepaald object, de bal, heeft hij zelfs een aparte term: ‘Woef!’.

            Hoe opmerkelijk dit ook is, het leukste komt nog. Hoewel hun empirisch materiaal daartoe geen directe steun biedt, meent een van de onderzoekers dat honden hun blaffen niet zozeer richten tot andere honden, of dieren, maar bovenal tot mensen. Dus vraag niet voor wie het geblaf klinkt, het klinkt voor ons. Speciaal voor ons hebben de honden een taal ontwikkeld. ‘Hee, daar heb je een mens: Woef!’

            Met verder verbeterde computers leren we vast en zeker nog veel meer hondentaal. Uiteindelijk kan de hond gewoon achter onze computer met spraakherkenning plaatsnemen. Hij blaft, het programma schrijft uit, en dan zullen we eindelijk weten wat onze hond ons al die tijd duidelijk wilde maken: ‘Ik wil een aai!’ Of: ‘Mag de televisie op RTL4?’ Of: ‘Wie heeft mijn Bonzo-brokjes?’ Of: ‘Gaan we een nieuwe auto kopen? Dan wil ik een stationcar!’

            Straks schrijft mijn hond deze column, en heet dus iedere aflevering: ‘Woef!’

 

      

 

Zie ook het krantenbericht in NRC Handelsblad van 17 januari 2008, p.1.


Deze tekst verscheen als column in Erasmus Magazine van 31 januari 2008


U kunt ook: