Wachten
Gijs van Oenen
Het
dilemma is al zo oud als Plato’s ideale staat. Die kende zogenaamde
Wachten, die
waakten over de juiste ordening van de rechtvaardige staat. In zijn
dialoog Politeia
legt Plato uit hoe deze elite van bewakers moet worden opgevoed en
onderwezen.
En hoe zij zich enerzijds onafhankelijk van de gewone, minder goed
onderwezen
en opgevoede burger kunnen opstellen, maar
anderzijds toch de beste beslissingen voor diezelfde burger kunnen
nemen. Het dilemma
luidt: mooie gedachte, maar wie bewaakt de wakers?
Het is dit klassieke probleem dat
zich nu weer voordoet in de controverse over de zaak Lucia de B. Deze
verpleegkundige werd tot levenslang plus tbs (later weer zonder tbs)
veroordeeld omdat zij meerdere patiënten van een Haags
kinderziekenhuis zou hebben
vermoord. Een uitzonderlijk hoge straf, opmerkelijk ook al omdat niet
alleen direct
bewijs, maar ook getuigen en een motief ontbraken. De vraag rees of
hier
misschien sprake was van een gerechtelijke dwaling.
Sinds kort bestaat er een toetsingscommissie
die mag bepalen of zo’n zaak voor herziening in aanmerking komt. Zo ja,
dan
moet een volgende commissie uitgebreider onderzoek doen en de openbare
aanklager adviseren of nieuw strafrechtelijk onderzoek nodig is. Zo
gezegd, zo
gedaan. En het oordeel van die laatste commissie was hard.
De rechters zouden zich op twee
fronten verkeerd hebben laten voorlichten. Ten eerste over de
mogelijkheid van
digoxinevergiftiging, als doodsoorzaak. Dat is goed mogelijk, zeiden de
rechters. Een vooraanstaand toxicoloog noemt deze visie nu onjuist en
zelfs
schokkend. Ten tweede over statistiek: hoe groot is de kans dat een
willekeurige verpleegkundige betrokken is bij zeven onverklaarde
sterfgevallen?
Uitzonderlijk klein, meenden de rechters. Een op negen, meent nu een
leger van
hoogleraren in de statistiek.
Schrijver en bioloog Maarten ’t Hart
sprak in NRC Handelsblad van een hedendaags heksenproces. In dezelfde
krant riposteerde
de president van het Haagse gerechtshof, kort samengevat, dat het
strafproces niettemin
correct was verlopen. De aangevoerde bezwaren, zo al juist, waren
juridisch
irrelevant. Hoe dat ook zij, zo’n reactie bevredigt niemand. Zij heeft
iets
van: ‘fiat justitia, pereat mundus.’
Dit roept opnieuw de Platoonse vraag
op: wie bewaakt de bewakers? Ofwel: wie corrigeert hun feilen?
Ironischerwijs
lijken de rechters precies dat te missen waar Plato’s wachters in
uitblonken:
kennis van wis- en natuurkunde. Gaan zij zich daarin scholen? Of
trekken zij zich
terug in hun ivoren alfatoren? Of toch maar beter luisteren naar de
stem des
volks? Er staat de rechterlijke macht nog heel wat te wachten.
Deze tekst verscheen als column in
Erasmus
Magazine van 15 november 2007
U kunt ook: