Erasmus Universiteit Rotterdam [ Erasmus University home page | Dept. of Philosophy home page ]
 
 
 
 

Voornemen 


Gijs van Oenen

 

 

Goede voornemens maak ik nooit. Ook dit jaar niet. Zulke voornemens zijn doorgaans na een week of wat alweer verwaterd. Dat zit al bijna in het woord besloten: voor-nemen impliceert al haast een voor-behoud. Waarom zou je je iets voornemen, in plaats van het gewoon te doen?

            Toch heb ik sinds vanochtend een voornemen. Ik heb het niet gemaakt, het viel me gewoon in. Het is iets wat ik al heel lang wil, maar wat er nooit van komt. Het is iets heel simpels, heel dagelijks, maar tegelijk iets fundamenteels. Mijn voornemen is: leesbaar schrijven.

            Ik bedoel dan niet leesbaar schrijven in de zin van mooi, goed gestructureerd, grammaticaal correct, to the point, overzichtelijk, met een begin, midden en eind, de d’s en t’s waar ze horen – dat kan ik allemaal al. Met leesbaar schrijven bedoel ik: een pen pakken, iets opschrijven, en een maand later nog kunnen lezen wat er staat.

            Vroeger kon ik dat. Op de lagere school, wat heet, zelfs op de kleuterschool, ging het nog prima. Een opstel van toen ik tien was, kan ik nu nog moeiteloos lezen. Maar hoe meer en hoe vaker ik schrijf, hoe onleesbaarder het wordt. En het gekke is: ik begrijp eigenlijk niet waarom. Altijd heb ik de illusie: als ik maar wil, kan ik netjes schrijven. Alleen gebeurt het om de een of andere reden zelden, of nooit.

            Vreemd, want allerlei andere vaardigheden verleer je niet. Zo kan ik nog steeds probleemloos rechtdoor en zonder handen fietsen, redelijk (hoewel niet goed genoeg) piano spelen, en zelfs kan ik – bleek laatst toen ik dit voor het eerst deed – vanaf een meter of tien een pijl in een roos schieten. Maar leesbaar schrijven, ho maar.

            Dat wil ik dus nu veranderen. Om te beginnen om praktische redenen. Als ik commentaar bij stukken van studenten of collega’s schrijf, is het best handig als ze dat ook kunnen lezen. Wat heet, het is wel zo handig als ik de aantekeningen die ik gisteren maakte, vandaag zelf nog kan lezen. Dat is lang niet altijd zo.

            Maar eigenlijk vooral om principiële redenen. Schrijven is iets dat bij je hoort, het is een vorm van zelfverwerkelijking. Niet meer leesbaar kunnen schrijven, vind ik een vorm van zelfverlies, een soort moderne vervreemding. Als je leesbaar schrijft, zo vermoed ik, begrijp je jezelf ook beter. Wat je schrijft, ben je zelf – in de grafologie schuilt een kern van waarheid.      

 




Deze tekst verscheen als column in Erasmus Magazine van 17 januari 2008


U kunt ook: