Erasmus Universiteit Rotterdam [ Erasmus University home page | Dept. of Philosophy home page ]
 
 
 

Emotioneel zwerfvuil

Gijs van Oenen
 
 

Precies een jaar geleden werd Theo van Gogh vermoord. Dat is iets om bij stil te staan. Na Pim Fortuyn en Hans van Wieren, conrector van het Haagse Terra College, was de Amsterdamse excentriekeling het derde dodelijke slachtoffer binnen enkele jaren van ... - ja, van wat eigenlijk? Intolerantie, een ‘kort lontje’, dwangmatig rigide denken, extreem lange culturele tenen? Dat allemaal ja, plus een ongekende wil een ander te doden, om het vermeende kwaad definitief het zwijgen op te leggen.

Stil staan dus, maar hoe? Bijna iedereen die dat in het openbaar doet, heeft wel een of andere politieke agenda, morele vermaning, religieuze bekering of partijdig belang in het achterhoofd. Met als positieve uitzondering burgemeester Job Cohen. Die wordt vaak beknord om zijn doelstelling ‘de boel bij elkaar houden’, maar die niet-egobetrokken of strategische gedachte van saamhorigheid lijkt me precies de juiste toon in deze situatie.

In de week na 2 november 2004 stonden veel mensen al letterlijk stil bij de moord op Van Gogh. Zij voelden de behoefte om tekens van medeleven dan wel haat achter te laten op de plek des onheils. Daar ontstond een ware zee van bloemen, kaarten, briefjes, kaarsjes, pluchen beesten, tekeningen en dergelijke. Het is begrijpelijk dat mensen ergens heen willen met hun emoties, maar dit soort ‘stilstaan’ vind ik wel erg egogericht. De publieke ruimte wordt zo bestemd tot opslagplaats van het hoogsteigen, subjectieve emotiebetoon.

Maar goed, denk je dan, zulke uitbarstingen zijn tijdelijk. Iedereen heeft zijn hart gelucht en na een weekje of zo haalt stadsdeel of reinigingsdienst de verlepte bloemen en natte papiertjes wel weg. In Het Parool lees ik nu echter dat veel van deze moderne weesgegroetjes bewaard zijn gebleven en gedeponeerd bij het Gemeentearchief. Een unieke kans, vindt Alice van Diepen van deze instelling: ‘het klinkt vreemd, maar eigenlijk is het voor ons een cadeautje.’ Wel betreurt zij  dat veel haatdragende teksten al door politie en stadsdeel waren verwijderd. Jammer, nu is de collectie niet compleet.

Dat het Gemeentearchief de moord op Van Gogh wil gedenken, lijkt me prima. Ze zouden het werk van Van Gogh kunnen archiveren, of zijn betekenis voor de stad documenteren. Of een zaal naar hem vernoemen. Maar wie heeft ze in vredesnaam op het idee gebracht een verzameling emotioneel zwerfvuil te conserveren? Op deze manier gedenk je niet Van Gogh of de moord, maar de ego-documentjes van de gedenkers. Zou het archief daar wel bij stilstaan?
 

Deze tekst verscheen als column in Erasmus Magazine van 2 november 2005


U kunt ook: