Goede raad
Gijs van Oenen
Sinds
1 oktober 1531 kent Nederland een Raad van State. Die moest de vorst,
toen
Karel V, of diens opvolgers, te beginnen met landvoogdes Maria van
Hongarije,
van advies dienen over ‘les grandz et principaulx affaires et ceux qui
concernent
l’état conduycte et gouvernement des pais, securite et deffense
desdits pays de
pardeca’. Ook landvoogd Alva, diverse stadhouders en raadpensionarissen
mochten
later nog profiteren van de adviezen van de staatsraden.Sinds
Thorbecke is de Raad van State
adviseur van de regering, en zitten royals
als Willem-Alexander en Máxima eigenlijk alleen nog voor de fun
in dit
gezelschap.
Onlangs kwamen de staatsraden in
zwaar weer terecht. Het
Europese Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat Nederland
het verbod op martelen en onmenselijk straffen heeft geschonden door
een
asielzoeker, Salah Sheekh, te willen terugsturen naar het noorden van
Somalië. Daar
was het, volgens de Nederlandse overheid, voor hem ‘relatief veilig’ –
wat niet
veel meer wilde zeggen dan dat men het daar niet specifiek op hem had
voorzien.
De Raad van State volgde deze beleidslijn van de regering, maar het hof
in
Straatsburg zegt nu eigenlijk dat zowel regering als raad beter zouden
moeten
weten.
Vooral pijnlijk voor de raad. Een regering mag, op ideologische gronden, toegeeflijker of strenger zijn in haar beleid, maar de Raad van State wordt geacht afstandelijk en vanuit algemene rechtsbeginselen te oordelen. Bij het toetsen van wetsvoorstellen stelt de raad zich over het algemeen wel zeer kritisch op, maar nu net in vreemdelingenzaken niet. Extra pijnlijk is dat het Europese hof Sheekh vergeeft dat hij, tegen de regels, niet eerst belet had gevraagd bij de Raad van State, maar direct bij de Europese rechter - want bij die Nederlandse raad, zo zegt het hof, heb je toch ‘vrijwel geen kans op succes’.
Dat is het merkwaardige aan het Nederlandse asielbeleid.
Rita Verdonk maakte, in het voetspoor van Pim Fortuyn, ferme taal en
harde hand
inzake asiel en immigratie tot een populistisch selling point, maar dat
beleid is
ontworpen door de nette Job Cohen en onderschreven door Nederlands
oudste, meest
eerbiedwaardige en onpopulistische gezelschap, de Raad van State.
Terwijl
talloze uitgeprocedeerde asielzoekers zich wanhopig afvragen of zij een
‘schrijnend geval’ zijn, volgens de ‘post-Verdonk norm’ die na een
kabinetscrisis haastig is neergeklad, wordt Nederlands asielbeleid door
het
Europese hof zelf neergezet als schrijnend geval. Hoe komen we hier
uit? Goede
raad is duur.
Deze tekst verscheen als column in
Erasmus
Magazine van 25 januari 2007
U kunt ook: