Praatjes
Gijs van Oenen
Gestemd op 7 maart?
In NRC Handelsblad verscheen als opmaat een boeiende beschouwing over
de
verzakelijking van de gemeentepolitiek: politiek wordt ondernemerschap.
Net als
enkele jaren terug in Rotterdam gingen nu in Nijmegen zakenlieden zich
tegen de
politiek aan bemoeien. Net als in Rotterdam had men daar schoon genoeg
van wat
men ‘Havana aan de Waal’ noemt, rode terreur in het gemeentehuis. In de
hedendaagse kiemcel van revolutionaire activiteit, de businesslounge
van in dit
geval het NEC voetbalstadion, zijn plannen gesmeed om de socialistische
drammers te dwarsbomen voordat zij goudeerlijke ondermers een nieuwe
poot
kunnen uitdraaien of hun SUV’s de toegang tot de stad ontzeggen.
Als eerste
moest het verkiezingsprogramma van de partij
van de ondernemers, het CDA, eraan geloven. ‘Geen kiezer leest dat.
Mensen
denken in statements, oneliners.’ Ook andere voetbalwijsheden deden hun
intrede
in de Nijmeegse gemeentepolitiek, zoals de transfer. Men kaapte een
talentvol
raadslid weg bij een concurrerende groepering, de Stadspartij. Die
neemt gewoon
haar stemmers mee, want, zo zegt zij, die stemmen op haar, niet op een
partij.
Architect
van deze op voelbalondernemersleest geschoeide
innovatie is een als commerciële strateeg omschreven hoogleraar
e-marketing aan
de faculteit der bedrijfskunde hier aan de EUR. Die ‘ziet een politieke
campagne als het verkopen van een product’, zegt de fractievoorzitter
van het
christendemocratisch ondernemerdom. Niet toevallig staat deze strateeg
ook in
de etalage van de Speakers Academy, een soort uitzendbureau voor
hedendaagse
sofisten. Ook daar heeft men ingezien dat opinievorming van een
prijskaartje
kan worden voorzien en ‘in de markt gezet’.
Oprichter van de S.A., geen fijngevoelige afkorting, is Albert de Booij, eertijds student filosofie aan de EUR. Zijn belangrijkste troef was Pim Fortuyn; samen verdienden zij met de S.A. goudgeld. Op de huidige sprekerslijst treffen we de nodige andere ontevredenen met de ‘oude politiek’ aan, zoals de ijdele historicus Arend Jan Boekestijn, de mislukte minister Roelf de Boer, de verongelijkte internist Bob Smalhout en de schamperende jurist Paul Cliteur. En nog vele anderen die de ruilwaarde van het publieke spreken hoger waarderen dan de gebruikswaarde ervan.
De filosoof Hans Achterhuis
beschreef al bijna dertig
jaar geleden hoe het welzijnswerk veranderde in een ‘markt van welzijn
en
geluk’, waarop welzijnswerkers goede zaken deden met hun ‘product’,
geluk.
Analoog daaraan is er nu een markt voor politieke praatjes van
ontstemde mannen
ontstaan. Hun belangrijkste product is, merkwaardig genoeg, juist
ontevredenheid. Het schijnt dat je daar meer mee kunt verdienen.
Deze tekst verscheen als column in
Erasmus
Magazine van 9 maart 2006
U kunt ook: