Erasmus Universiteit Rotterdam [ Erasmus University home page | Dept. of Philosophy home page ]
 
 
 
 

Oogwenk


Gijs van Oenen

 

 

 

Als je bijna dood gaat, zegt men, zie je je leven in een flits aan je voorbijtrekken. Zoiets gebeurde mij laatst. Nou ja, het was iets prozaïscher. Ik ging niet bijna dood, maar zat gewoon achter mijn computer. Ik kopieerde een folder met al mijn eigen teksten van de afgelopen tien jaar van de ene harddisk naar de andere. Dat duurde ongeveer 50 seconden. In die tijd zag ik op mijn scherm, in razende vaart en soms net herkenbaar, de titels van al mijn stukken aan mijn geestesoog voorbijtrekken. Een vreemde ervaring: tien jaar schrijven in de tijd die je nodig hebt om, pakweg, een grapefruit uit te persen.

Maar het kan nog erger. Ik heb even zitten rekenen wat dit op lange termijn zou betekenen. Laat ik er eens vanuit gaan dat het mij lukt om ongeveer dezelfde productiviteit aan te houden. Ik hoop natuurlijk wel dat ik meer en sneller kan schrijven dan vroeger, maar tegelijk heb ik, zoals iedereen, het gevoel dat ik daarvoor steeds minder tijd ter beschikking heb.

Volgens mijn Verkenner beslaat mijn totale productie van de laatste tien jaar ongeveer 50 megabyte. Als ik nou nog twintig jaar kan werken, grofweg de tijd tot mijn pensioen, dan heb ik in totaal drie keer mijn huidige oeuvre bij elkaar getypt, 150 megabytes dus. De vraag die mij even bezighield is in hoeveel seconden mijn levenswerk, op mijn laatste werkdag, aan mij voorbij zal trekken.

Het antwoord is natuurlijk niet 150 seconden, want computers worden, anders dan mensen, in rap tempo sneller. Even uit het hoofd berekend: terugdenkend aan de dagen dat mijn computer terwijl ik een grapefruit uitperste er tenauwernood in slaagde een grote, buigzame floppy van 256K vol te schrijven, is de computer in de 20 jaar dat ik hem gebruik ongeveer 300 keer sneller geworden. Als we aannemen dat hij dat groeitempo zal aanhouden, dan zal hij mijn verzamelde teksten honderd keer sneller dan nu hebben verwerkt – in maar een halve seconde dus.

Maar dan ben ik nog iets vergeten. Mijn huidige computer is een jaar of vier oud; een nieuwe is alweer drie tot vier keer sneller. De computer van 2027 zal derhalve maar zo’n 0,15 seconden nodig hebben voor zijn kopieerwerk. De productie van mijn leven zal dus letterlijk en figuurlijk in een oogwenk aan mij voorbijtrekken. Zou het toch waar zijn wat ze zeggen?

 








Deze tekst verscheen als column in Erasmus Magazine van 29 november 2007


U kunt ook: