[ Erasmus University home page | Dept. of Philosophy home page ]
 
 
 
 

Speeluurtje
 

Gijs van Oenen
 
 

Herinnert u zich Thom de Graaf nog? Zijn partij D66 liet zich in het kabinet Balkenende manoeuvreren om zo de ‘kroonjuwelen’ van de partij te verzilveren. Het betrof de bestuurlijke vernieuwing, een slap aftreksel van de idee van democratisering waarmee de partij ooit furore had gemaakt. Maar tegelijk ook een vanzelfsprekend eindpunt voor een partij die in feite wordt bevolkt door beroepsbestuurders en rechtsfilosofen.

Meer democratisering en bestuurlijke vernieuwing vormen helemaal geen antwoord op reële, prangende problemen in de Nederlandse politieke orde. Heeft iemand bijvoorbeeld een probleem met Nederlandse burgemeesters? Of met het aantal leden van de Tweede Kamer? Met de Raad van State? Natuurlijk niet. Dat hier moet worden vernieuwd, is louter om D66 ministers iets te doen te geven. Staven van ambtenaren zijn belast met projecten zoals ‘Andere overheid’, die nauwelijks over iets anders gaan dan D66 en haar ministers bestaansrecht te verlenen.

Nadat krullebol Thom pootje was gehaakt door Ed van Thijn in de Eerste Kamer over de burgemeesterskwestie, is zijn plaats ingenomen door Alexander Pechtold. Om zijn tijd uit te zitten heeft ook die iets zogenaamd nieuws bedacht: de Nationale Conventie, een club die moet ‘nagaan of ons staatsbestel nog wel voldoet aan de eisen van deze tijd’. Dit gezelschap telt 14 leden en 24 ‘adviseurs’, allemaal nette mensen van de categorie die vroeger wel ‘nieuwe vrijgestelden’ heette: ambtenaren, adviseurs, columnisten, hoogleraren, journalisten.

Nu zult u zeggen: dat is geen vernieuwing. Zulke lieden bevolken al sinds mensenheugenis, of in ieder geval 1848, de Nederlandse raden en adviescommissies. Helemaal waar. En ook nu zijn de leden zorgvuldig geselecteerd op type achterban, zij het dat geboorte en partijbinding tegenwoordig iets minder tellen, en geslacht en etniciteit iets meer. U zult misschien ook vragen: hoe gaat de commissie inhoudelijk te werk? Dat blijft volslagen onduidelijk. Logisch ook, want zoals gezegd is de commissie zelf al een antwoord op een probleem dat niet bestaat.

De eerste bijeenkomst van de commissie, pardon van de conventie, werd begeleid en gestructureerd door een commercieel communicatiebureau – niet dan nadat de leden te verstaan was gegeven dat zij niet mochten analyseren maar alleen oplossingen aandragen. Wel mochten zij vertellen ‘hoe zij zich voelden’ en mochten zij met gekleurde vellen papier en zilveren stafjes spelen. Waarom doen volwassen mensen dat? Misschien omdat dit groepsproces hen zevenhonderdvijftig euro per dag oplevert? Conclusie: D66 is failliet, en De Nationale Conventie de duurste crèche van Nederland.
 
 
 

Deze tekst verscheen als column in Erasmus Magazine van 22 februari 2006


U kunt ook: