Bestaat niet!
Gijs van Oenen
Metafysische onderwerpen houden
meestal maar weinig mensen bezig. Hooguit een paar vakfilosofen buigen
zich
over de aard van de werkelijkheid, respectievelijk de kenbaarheid
daarvan.
Meestal is dat saai, een enkele keer geestig, zoals in de wise-crack
van de
postmoderne denker Stanley Fish over het bestaan van uitingsvrijheid:
‘there’s
no such thing as free speech, and it’s a good thing too.’
Dinsdag
18 mei echter leek heel Nederland in de ban geraakt van een metafysisch
vraagstuk. Een vraagstuk opgeworpen door wel de minst metafysische
persoon in
de Nederlandse politiek, Rita Verdonk: moeten we - ‘vooralsnog’! –
aannemen dat
Ayaan Hirsi Ali nooit Nederlandse is geworden? En dus dat zij nog
gewoon, ja,
wat eigenlijk, is? Somalische? De Somalische regering kunnen we het
niet
vragen, zei Rita nog laconiek. Want ook die lijdt aan een metafysisch
gebrek:
zij bestaat niet.
Een
verbijsterde Tweede Kamer vroeg Verdonk wat dit nu concreet betekende:
was
Ayaan nu op dit moment Nederlandse, of niet? Zo nee, dan kon zij
helemaal geen
parlementslid zijn. En was het parlement, met maar 149 leden, zelf
misschien
illegaal, al jarenlang. Na enkele uren aandringen zei de minister
opeens:
natuurlijk is Ayaan nu Nederlandse. Toen was de verbijstering compleet:
Ayaan
was zowel niet als wel Nederlandse. Kon de minister iets aan deze
netelige
situatie doen? Het antwoord was alweer: ja en nee. Of, onder druk van
de Kamer:
nee, maar ik ga het toch doen. Ook wel: de ruimte daarvoor zie ik niet,
maar ik
ga hem wel gebruiken.
De
nieuwe metafysische belangstelling beperkt zich niet tot de politiek.
Ongeveer
tegelijkertijd stonden voormalige topmannen van Albert Heijn voor de
rechter
wegens vergelijkbare metafysiche vergrijpen. Waren bepaalde
buitenlandse
ondernemingen eigendom van AH? Ja, stond op sommige door hen
ondertekende
papieren. Nee, stond op andere papieren, die ook door hen waren
ondertekend,
gelijktijdig nog wel.
Noch
de minister, noch de AH-topmannen lijken zich te schamen voor hun
metafysische
dwalingen. Zij lijken er eerder trots op te zijn en stappen parmantig
voort,
‘als een haan die stront aan zijn poten heeft’, zoals de oude Albert
Heijn zelf
beeldend zei over zijn nu gevallen topman. Zij verkrachten de
werkelijkheid om
bestuurlijke daadkracht te tonen. Althans, zolang als dit financieel of
electoraal gewin oplevert. Zijn dit nu de mensen die Nederland er weer
bovenop
gaan helpen? Ik begin me – vooralsnog – af te vragen of Nederland nog
wel
bestaat.
Deze tekst verscheen als column in
Erasmus
Magazine van 1 juni 2006
U kunt ook: