Mei
Gijs
van Oenen
Mei
is van oudsher in Nederland de gedenkwaardige maand. Het begint al
meteen op 1
mei met de Dag van de Arbeid. En eigenlijk is natuurlijk al de opmaat
op 30
april: Koninginnedag! Geen ontkomen aan, vooral niet in Amsterdam. Een
paar
dagen later is het alweer 4 mei en herdenken we de gevallenen uit de
Tweede
Wereldoorlog. En een klokslag verder 5 mei: Bevrijdingsdag! In
Rotterdam is er natuurlijk ook 14 mei, de herdenking van het
bombardement.
Dit jaar kwam daar nog een nieuwe,
en voor zover ik weet eenmalige herdenking bij: die van mei ’68. Ik kan
me niet
herinneren dat die maand ooit eerder is herdacht, bijvoorbeeld in 1998,
1993,
1988 of wanneer dan ook. Misschien is het nu pas echt geschiedenis
geworden,
dat in mei 1968 een revolutionaire geest door Europa trok – althans
door een
aantal Europese hoofdsteden zoals Parijs, Berlijn en Amsterdam. Of in
ieder
geval door Parijs. Eindelijk kwam de verbeelding aan de macht, althans
even. Er
vielen zelfs doden, althans in het buitenland.
Behalve herinneringen aan de bewuste
tijd en aan mensen die niet meer leven, roepen herdenkingen vooral ook
de vraag
op: moeten we er nog mee doorgaan? Herdenken doe je om de herinnering
levend te
houden, maar er zijn steeds minder mensen die zo’n herinnering nog iets
zegt.
En belangrijker: ook het object van die herinneringen verandert. Was de
Duitse
bezetting ooit een simpel verhaal van goed en kwaad, vanaf ergens in de
jaren
tachtig bleek het steeds meer een verhaal in grijstinten te zijn,
waarin niet
meer verzet en onderdrukking maar accommodatie en meerduidigheid de
boventoon
voerden. Wat moeten we ons nu eigenlijk van die tijd herinneren?
Iets dergelijks geldt, mutatis
mutandis, voor mei ’68. Ooit was dat een romantisch en heroïsch
verhaal, over
vermolmde structuren die plaats zouden maken voor een nieuwe tijd, oude
regenten die het veld ruimden voor democratische vernieuwing, studenten
met
Marx onder hun arm die wisten hoe het allemaal moest en arbeiders die
qualitate
qua het maatschappelijk gelijk in pacht hadden. Maar ook mei ’68 is
intussen,
ontdaan van zijn glans, niet veel meer dan de mythe van een verwende
generatie.
Of van de media. Ook mei ’68 is niet meer wat het was.
De presocratisch filosoof
Herakleitos zei dat je niet twee keer in dezelfde rivier kunt stappen.
Zoiets
geldt ook voor gedenken: ook dezelfde gebeurtenis kun je in feite niet
twee
keer gedenken. Daarom creëert de herdenking strikt genomen –
inderdaad – een
mythe.
U kunt ook: