Kaartlezen
Gijs van Oenen
Het Fiatje 500 waarmee ik deze
zomer rondtufte op
Kefallonië was wel voorzien van een leuk schuifdakje, maar niet
van een TomTom
navigatiesysteem. We moesten dus nog gewoon - DomDom zeg maar -
kaartlezen.
Helaas hadden alle verkrijgbare kaarten zo hun eigen opvatting over het
wegenstelsel. En geeneen ervan was betrouwbaar. Het leek alsof de
makers uit
het hoofd hadden getekend en het bovendien niet eens hadden kunnen
worden: ging
de weg nu linksaf of rechts? Was het een hoofdweg of een grindpad?
In
Nederland verscheen onlangs de Kenniskaart,
een product van het ministerie van
Onderwijs, dat hiermee beoogt ‘ambities en prestaties’ van het hoger
onderwijs
in kaart te brengen. De deelname aan het hoger onderwijs is hoog, zo
meldt men,
‘maar de slaagpercentages kunnen beter’. Maar is er niet een
natuurlijke,
omgekeerd evenredige relatie tussen instroom en rendement? En of we
blij moeten
zijn met hoge slaagpercentages hangt toch vooral af van de eindtermen,
dan wel
de feitelijke capaciteiten van al die geslaagden, lijkt mij.
We
lezen verder. Nieuwe informatie dit jaar betreft ‘de kwaliteit per
opleiding’.
‘Welke universiteit heeft de meeste
vrouwelijke
hoogleraren?’ (Leiden) ‘Aan welke universiteit per opleiding de meeste
studenten af?’ (Maastricht) Welke hogeschool heeft de meeste lectoren?
(Inholland) Maar ministerie, dat zijn toch evident kwantitatieve, niet
kwalitatieve indicatoren? Is de Leidse universiteit beter omdat zij
meer
vrouwelijke hoogleraren heeft, of InHolland de beste want de meeste
lectoren?
De Design Academy daarentegen heeft weer de meeste vrouwelijke
leidinggevenden
(70,2%). Tja.
Toch,
er zijn ook wel contouren op de Kenniskaart getekend die echt beogen
kwaliteit
te meten, zoals oordelen van visitatiecommissies. Of ranglijsten
samengesteld
door bijvoorbeeld Elsevier, de Times Higher Education Supplement, of de
Sjanghai University. Maar net als de kaarten van Kefallonië
verschillen zulke
clubs nogal van opvatting over de inrichting van het
onderwijslandschap. Zo staat
de Erasmus volgens Sjanghai tussen de 153 en de 202 in de wereld,
volgens de
Times op 64. Niet veel betere cartografie dan op Kefallonië dus.
Universitaire
bazen gaven als reactie dat zij nu gelukkig niet meer ruziën over
rankings maar
inzetten op ‘het versterken van de zwakke punten’. Dat lijkt
verstandig, maar
is evengoed een non sequitur. Want als de oordelen over de kwaliteiten
of
sterke punten van een onderwijsinstelling niet valide zijn, dan zijn
die over
de zwakke punten dat ook niet. Jammer bestuurders, maar die Kenniskaart
blijft
voorlopig alleen leverbaar in de versie DomDom.
Deze tekst verscheen als column in
Erasmus
Magazine van 16 november 2005
U kunt ook: