Geheim
Gijs van Oenen
Naast
de obscene openbaarheid van de eindeloze talkshows en interviews
koestert onze
nationale politiek twee grote geheimen. Het eerste geheim is dat van
Soestdijk. Daar gaat de premier wekelijks te biecht bij de koningin.
Jan Peter moet
dan zeggen wat hij zich die week had voorgenomen en wat ervan terecht
is
gekomen. Als dat de koningin voldoende behaagt, mag Jan Peter zonder
strafwerk naar
huis.
Sinds kort is er een tweede geheim,
dat van Beetsterzwaag. Daar gingen Jan Peter, Wouter en André
samen een
regeeraccoord bedenken. Onder leiding van oom Herman, die eigenlijk bij
de
Wereldbank moest werken, maar dat behaagde de koningin nu even niet. De
drie
jongens gingen wantrouwig en klierend naar binnen, maar onverwacht snel
kwamen
ze weer naar buiten, als elkaars beste vrienden. Hoe heeft oom Herman
hem dat
geflikt?
Het werd onthuld in de Volkskrant van 10
februari. Daar in
Friesland creëerde oom Herman ‘een context’ waarin de drie jongens
hun verleden
achter zich konden laten, zodat ze ‘bij zichzelf en bij elkaar een
diepere laag
konden aanboren’. Toen dat eenmaal gebeurde, ‘bleken er niet meer zulke
grote
verschillen’. Een diepere laag! Welk donker gebied herkennen Jan Peter,
Wouter
en André in elkaar? Wat hebben zij diep in hun hart gemeen?
Voor wie de obscene openbaarheid heeft
bijgehouden in de populaire media, is dat geen moeilijke vraag. Zo
heeft Wouter
nu volgens zijn aanhang een lekker kontje, maar toen hij klein was
zagen de
meisjes hem niet staan. ‘Echt waar, Wouter?’, klinkt het ongelovig. ‘Ja
echt,
Jan Peter.’ ‘En moest jij ook zo’n strakke scheiding in je haar en zo’n
korte broek
aan?’ Jan Peter voelt zich weer zes jaar oud. Net als André
trouwens, en Wouter.
‘Ik had een bril met van die jampotglazen’, valt André in. ‘Met
zo’n breed zwart montuur?’
willen Wouter en Jan Peter weten. Alle drie weten ze nog hoe dat
voelde. Hoe
moest dat nou als je een meisje wilde kussen? Maar die meisjes wilden
dat toch
niet, dachten ze destijds alle drie, als ze bijna in slaap vielen in
hun stijf
ingestopte bedden, voordat ze de volgende ochtend naar de zondagsschool
gingen.
Er is een last van de jongens
afgevallen, in Beetsterzwaag. Stiekem kijken ze elkaar tijdens het
saaie
geleuter van Pauw, Witteman, Polak en Mingelen aan, schalks bijna. Die
krijgen
ons niet klein, denken ze, want wij, en alleen wij, kennen het geheim
van
Beetsterzwaag.
Deze tekst verscheen als column in
Erasmus
Magazine van 22 februari 2007
U kunt ook: