Escape
Gijs van Oenen
Steeds meer
verblijven wij
in computeromgevingen. Word, Firefox, Thunderbird: hun vensters zijn
ons vertrouwder
dan het uitzicht uit onze traditionele hout- en glasramen thuis.
Tegelijk gaan
computeromgevingen steeds meer op de gewone wereld lijken. Dat leidt
tot
merkwaardige situaties. Eerder besprak ik in deze column al eens de
existentiële betekenis van het abort-retry-ignore repertoire van
MS-DOS, een
fossiel uit het computer-pleistoceen. Deze keer wil ik het hebben over
de
diepere betekenis van escape.
Escape
is, net als andere derelicten zoals SysReq, Pause en Break, al sinds de
prehistorie op ons toetsenbord aanwezig. Van dat laatste trio weet
niemand meer
waartoe ze ooit dienden. Ze zijn evolutionair achterhaald, maar staan
toch nog
fier overeind. ‘Sie wiederstehen die Evolution – wennoch passiv’, zoals
een
bevriende Duitse bioloog ooit zijn sympathie uitdrukte voor een aantal
bijzondere diersoorten die zich niets hadden aangetrokken van hun
evolutionaire
houdbaarheidsdatum.
Net
als abort, retry en ignore staat escape voor een existentiële
dimensie van de
(computer)wereld. Dat werd me laatst duidelijk bij de presentatie van
het boek Baudelaire in Cyberspace. De auteurs
betoogden dat wij, net als Charles Baudelaire in het midden van de
negentiende
eeuw en later Walter Benjamin aan het begin van de twintigste, behoefte
hebben
aan flaneren. Nu dus ook in de virtuele werkelijkheid.
Computerspelletjes
hebben echter een beperkte amplitude; al snel lopen we tegen de grenzen
van de
wereld aan, zoals Jim Carrey in de Truman Show.
Steeds
meer gamers, zo begreep ik, gaan op zoek niet naar meer kills,
meer punten of een hoger level,
maar naar een way out, een verborgen
vluchtweg. Zo schijnt het soms mogelijk om via een lantaarnpaal,
boomtak of
dakraam op, en over, de muur rond de wereld te klimmen. De vraag is
natuurlijk
waar we dan terecht komen en wat we dan beleven. Waarschijnlijk, zo
meenden ook
de auteurs, komen we dan in een soort limbo, een non-space
die zich noch binnen, noch buiten het spel bevindt. Ook
via een bug kunnen we soms zo’n non-ruimte betreden en een soort
galactische
vrijheidservaring opdoen.
Op
zijn beurt gaat ook de echte wereld weer op de computerwereld lijken.
Wat
bijvoorbeeld te denken van free runners?
Zij zijn de real world equivalenten
van computeravatars, op zoek naar ... Ja, naar wat? Naar verborgen
vluchtwegen
misschien? Of gewoon weg van en tegen alles wat in die gewone
werkelijkheid
lijkt te tellen: meer kills, meer
punten, of een hoger level. Mijn stelling van de maand: free
running is hyperkritiek.
U kunt ook: