Echt werk
Gijs
van Oenen
Laatst
zag ik een overzicht van een aantal grote westerse steden: hoe staan ze
er
voor? Een van de statistische gegevens betrof de vraag hoeveel mensen
zich in
zo’n stad bezig houden met ‘dienstverlening’. Wat denkt u? Vijftien
procent?
Twintig procent? Nee, in de moderne metropool blijkt zo’n 90% van de
mensen
zich met dienstverlening bezig te houden. In New York bijvoorbeeld 93%,
in
London 91%. Bijna iedereen dus!
Hoe kan dat eigenlijk? Je zou zeggen:
diensten
verleen je zodat een ander het echte werk beter kan doen. Managers
managen
zodat hun ondergeschikten het echte werk beter kunnen doen.
Schoonmakers maken
schoon zodat op de schone werkvloer het echte werk kan geschieden.
Vrachtwagenchauffeurs rijden spullen van A naar B die door echt werk
zijn
gemaakt; voor de goederen die havenarbeiders overslaan geldt hetzelfde.
Reclamemakers verzinnen slogans zodat wij goederen kopen die elders
zijn
gemaakt door echte arbeid. De creatieve economie zorgt ervoor dat
mensen in een
stad willen wonen die door echte arbeiders is verlaten.
Woningbouwverenigingen
verhuren die woningen. Banken lenen kapitaal in en uit waarmee anderen
een
bedrijf runnen waar echt wordt gewerkt.
Economen rekenen uit wat er dit jaar is
geproduceerd
aan bruto nationaal product door anderen die echt werken. We kopen
auto’s
waarmee we naar ons werk rijden; agenten bekeuren ons wanneer we
daarbij te
hard rijden. Artsen behandelen mensen die door een ziekte of ongeval
aan hun
echte werk even niet toekomen. Verzekeringsmaatschappijen verzorgen
polissen
die de kosten daarvan dekken. De belastingdienst int heffingen op werk
dat door
anderen echt is gedaan. Regering en kamer bepalen wanneer we
uiteindelijk mogen
of moeten ophouden met werken. En niet te vergeten, docenten leiden
mensen op
die met hun verworven kennis echt werk kunnen gaan doen.
Zo verleent iedereen diensten aan een
ander of
faciliteert wat een ander doet, maar wie oh wie doet nu dat echte werk
waar al
die dienstverlening de broodnodige ondersteuning voor vormt? Kan
iedereen elkaar
bezig houden met dienstverlening? Geen wonder dat overal wordt geklaagd
dat men
zo druk is dat men ‘aan zijn echte werk niet toekomt’? En ook geen
wonder dat sinds
een jaar of tien de dienstplicht is afgeschaft. Niet meer nodig, want
we zijn
tegenwoordig allemaal al dienstverlener. Als er nog ergens echte
arbeiders
bestaan, wat ik betwijfel, dan zijn dat welbeschouwd de hedendaagse
dienstweigeraars. Bij wijze van vervangende dienstplicht doen ze
tijdelijk echt
werk.
Ricky Burdett, Deyan Sudjic, The endless city. Phaidon, London &
New York 2007
U kunt ook: