Brusselaar
Gijs van Oenen
Weinig
omgevingen zijn mij zo vertrouwd als die van de Brusselaar. Ik heb er
al ruim
2000 uur in doorgebracht – twee moderne schooljaren à 1040 uur
dus – en in die
tijd een slordige 200.000 kilometer afgelegd, dat is tweederde
lichtseconde. Als
ik een blik uit het venster werp, herken ik iedere boom en weet ik
precies hoe
lang ik nog te gaan heb tot mijn bestemming.
De Brusselaar is de treinverbinding
tussen Amsterdam en Brussel en mijn favoriete middel om mijn
werktraject
Amsterdam-Rotterdam af te leggen. Ik ken nogal wat mensen die ook
treinen
tussen die twee steden – dat schept een band – en zonder uitzondering
delen ze
allen mijn de voorkeur voor de Brusselaar. Er rijden nog vier andere
treinen
per uur tussen onze steden, maar wij allen mikken het zo uit dat wij op
tijd zijn
voor juist deze trein.
Waarom is dat? Paradoxaler wijze,
denk ik, doordat de Brusselaar niet helemaal van deze tijd is. Hij
stamt uit de
jaren zeventig, nog duidelijk te herkennen aan de oranje-bruine
kleurstelling
van het interieur. Hij heeft prettig zittende, want niet keiharde
bankjes die
nog met een ander oogmerk dan louter hufterproofheid zijn ontworpen.
Hij stopt
maar twee keer tussen op- en uitstap, dat is lekker rustig. En hij is
enkeldeks, ook dat is rustiger. Een dubbeldekstrein is topzwaar en
schudt
daarom veel meer heen en weer dan een klassiek model. Probeer maar eens
iets te
schrijven in zo’n dubbeldekker, of erger nog, iets te onderstrepen in
een boek.
Helaas wil de NS de Brusselaar
opheffen – precies om dezelfde reden als waarom de forenzen hem willen
behouden: hij is niet helemaal van deze tijd. Inderdaad, hij heeft last
van
technische mankementen en ja, er kunnen niet overdreven veel mensen in.
Maar
het is wel een hele fijne trein. Een trein op menselijke maat, een
aanbevelingsterm
die overheidsadviesorganen tegenwoordig in de mond ligt bestorven.
Maar ja, de NS is niet meer van de
overheid, zij is verzelfstandigd. En wil
dus met de tijd mee. Met de nieuwe hogesnelheidslijn, juicht de NS,
zijn wij
tien minuten eerder in Rotterdam! Maar ik zit liever tien minuten
langer in een
prettige, betaalbare trein dan tien minuten korter in een
oncomfortabele of
veel duurdere trein. Ik word nu in naam van de marktwerking, mijn eigen
keuzevrijheid dus, uit mijn favoriete trein gejaagd. Mijn stelling is
echter: marktwerking
hoort op het spoor net zo min thuis als, pakweg, op de universiteit.
Deze tekst verscheen als column in
Erasmus
Magazine van 13 december 2007
U kunt ook: