Ithaca
hier, Ithaca daar
Gijs van Oenen
En: was Ithaca inderdaad zoals ik het mij in mijn vorige column had voorgesteld, in mijn verbeelding? Misschien belangrijker nog: was daar nog iets te merken van de magie van Odysseus? Voelt het daar nu anders, mythischer, heroïscher, dan in pakweg Groningen, Vlissingen of Rotterdam?
Enerzijds: nee, helemaal niet. Ja, er lopen geiten en het is er ruig, zoals Homeros zegt. Maar verder is er weinig herkenbaars. De “School van Homeros” is niet meer dan een verzameling brokstukken uit ongeveer de juiste tijd – en Homeros zelf heeft hoogstwaarschijnlijk nooit bestaan. De “olijfboom van Laertes” is tweeduizend jaar oud – heel wat, maar nog lang niet oud genoeg. Enzovoorts. De aanwezigheid van Odysseus op Ithaca is kortom net zo tastbaar als, pakweg, die van Desiderius Erasmus op de Woudestein campus.
Erger nog: eenmaal op Ithaca bleek dat mijn held misschien helemaal niet hier vandaan kwam. Zo las ik een Griekse amateur-filoloog die, door de tekst van Homerus als een soort reisgids te nemen, concludeert dat de bedenker van het Trojaanse paard niet op Ithaca, maar op het naastgelegen Kefalonië resideerde. Zulke letterlijkheid lijkt wereldvreemd, maar zo heeft Heinrich Schliemann destijds wel Troje ontdekt. Verwarrend is dat diens collega Dörpfeld weer ervan overtuigd was dat Odysseus op Lefkas woonde, een eiland noordelijker dus. Nog onorthodoxer onderzoekers menen zelfs dat we de resten van Odysseus’ kasteel moeten zoeken in, jawel, Vlissingen of Groningen.
Anderzijds: je kunt helemaal niet neutraal op Ithaca staan. Achter de geiten vermoed je vanzelf de gestalte van Eumaios, Odysseus’ trouwe herder. En vanuit de brokkelige ruïnes, ook al zijn ze uit de verkeerde eeuw, zie je een paleis oprijzen, en in de baai een oorlogsvloot opgetuigd worden voor de tocht naar Troje. Je blik wordt gekleurd door je verwachting. Je kunt geen stap zetten zonder in een voetspoor te treden. Met ieder golfje in de baai kan Odysseus aanspoelen.
Het zou mooi zijn als we onze campus met
even vanzelfsprekende romantische verbeelding konden bezien. Zijn hier
nog ergens sporen van Erasmus? Zat hij daar naast de vijver in dat grote
boek te lezen? Naar ik begrijp vindt een dezer dagen, in aanwezigheid van
notabelen als de burgemeester en de voorzitter van het CvB, de feestelijke
oprichting van het Erasmus Center for Early Modern Studies plaats. Wellicht
inspireert dit ons af en toe een glimp op te vangen van Erasmus. En wordt
zijn geest over ons vaardig.
Deze tekst verscheen als column in Erasmus
Magazine van 8 september 2005
U kunt ook: