Erasmus Universiteit Rotterdam [ Erasmus University home page | Dept. of Philosophy home page ]
 
 

De topmannen laten weer van zich horen!


Gijs van Oenen


 

Begin september promoveerde Joggli Meihuizen aan de Universiteit van Amsterdam op Noodzakelijk kwaad, een proefschrift over de bestraffing van economische collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij laat pijnlijk nauwkeurig zien hoe de topmannen daarbij de dans ontsprongen. Zij werden immers, door het Haagse establishment, ‘onmisbaar geacht voor de wederopbouw’. Of ze het nu goed of fout doen, topmannen zijn onmisbaar. In ieder geval, dat vinden zij zelf en degenen waarmee zij verkeren vinden het ook.

            De obsessie met topmensen keert periodiek terug. Een kleine dertig jaar later, in de jaren zeventig, sloeg de angst voor nivellering toe. Den Uyl zou, met zijn ‘spreiding van inkomen, kennis en macht’, een trieste middelmaat als norm stellen. Het land zou naar de bliksem gaan wegens gebrek aan toptalent dat zich van de grauwe massa kon onderscheiden.

            Nu zijn we weer bijna dertig jaar verder – je zou bijna denken dat het een generatiekwestie is. Topondernemers incasseren bonussen, opties en gouden handdrukken. Zij zijn immers onmisbaar –  nogmaals, of zij het nu goed doen of slecht. Voormalige topambtenaren laten hun toko verzelfstandigen en hun eerste daad van ondernemingszin is de verhoging van het eigen salaris. Zij hebben nu immers een marktwaarde.

            Zo moet het ook aan de universiteiten! Vinden althans elf hoogleraren die werden geïnterviewd door NRC Handelsblad van 6 september. Onder de kop ‘Nederland wordt steeds dommer’ maakt dit Nederlands elftal gewag van een ‘intellectuele ondergang van de universiteit’. Gelijk het voetbalelftal hadden sommige intellectuele Seedorfs en de Boers reeds de wijk genomen naar het beter betalende buitenland. Uit het verhaal bleek overigens niet zozeer dat de Nederlandse universiteiten het slecht doen. Eerder was het zo dat de top-elf zichzelf gewoon te goed vond voor dit intellectuele kikkerland. Eén van hen meldde zelfs dat aan zijn Engelse (ex-)universiteit niet alleen publicaties je ranking bepalen, ook de geldwaarde van je binnengesleepte grants wordt in de academische AEX verdisconteerd. Allemaal top.

            Opgelucht zag ik op de voorpagina van Folia, het Amsterdamse zusterblad van EM, staatssecretaris Nijs zeggen: ‘Ik verwacht van iedere student een bijdrage aan de samenleving’. Gelukkig, de excellentie had geen last van marktgekte; zij waardeert maatschappelijk engagement. Maar een blik binnenin leerde mij wat deze bewindsvrouw werkelijk had gezegd: ‘Ik verwacht van iedereen een bijdrage aan de economische groei’. En let op, dit gaat betekenen dat er ook binnen de universiteiten meer topmensen zullen worden gevraagd, natuurlijk tegen ‘marktconforme’ beloning. De werkvloer vindt dat misschien niet leuk. Maar ja, de nieuwe toppers zullen onmisbaar worden geacht voor de academische wederopbouw.


 

Deze tekst verscheen als column in Erasmus Magazine van 25 september 2003.


U kunt ook: