Voor
aap
Gijs van Oenen
Het smulbos is er niet gekomen, nog niet althans. In mijn laatste column van vorig jaar stelde ik voor om de Woudestein campus te transformeren tot een lusthof, met mooie slingerende beken en vooral ook een noten- en vruchten bos, dit mede in het kader van de multiculturele samenleving. Het is geloof ik bij zes platanen gebleven. Maar misschien zijn voorbereidingen nog in volle gang en worden we in de zomer verrast met een botanische tuin, een lommerrijk park of een gezellige speeltuin.
Via het Radio1-journaal kreeg ik vanochtend nog een ander idee. Er was een of andere management-consultant aan het woord die een lumineuze inval had: hij ging kijken op Apenheul hoe daar de sociale interactie tussen de bewoners verliep. Dat doen natuurlijk eigenlijk alle bezoekers van dat park, maar deze onderzoeker hoopte zijn wetenschappelijke inzichten in het apen-wel en wee te kunnen gebruiken voor zijn bedrijfsconsultancy.
Ik was wel benieuwd. Zou hij de kantoortuin willen ombouwen tot slingerdomein, met autobanden, touwen en schommels? Zouden we wat vaker moeten rondspringen? Elkaar krijsend achterna zitten? Of juist hele dagen lui en loom in een hoekje zitten? Maar nee, deze aspecten van het aap-zijn waren aan de bedrijfskundige niet besteed. Streng analyseerde hij dat sommige apen loutere dwarsliggers waren, obstakels in zijn flow-chart visie op het product aap. In apen- en bedrijfsleven moesten zulke apekoppen geïdentificeerd en boventallig gemaakt worden. Het leek wel de Europese grondwet: tegenstemmen kunnen we niet verkopen!
Een klassiek voorbeeld van een broodje aap: een kletsverhaal dat ongehinderd opgedist kan worden. Het enige positieve aan de apekool van deze consultant leek mij dat apenanalogie onvervaard, hoewel vermoedelijk onbedoeld, de evolutieleer ondersteunt – geen vanzelfsprekendheid in tijden waarin de minister van onderwijs oproept tot een debat over de merites van evolutiegeloof versus scheppingsleer. Maar waarom zouden apen efficiency nastreven? Horen dwarsliggers niet bij het apenbestaan? Is dat geen evolutionair inzicht? Moesten we niet juist iets van de apen leren, in plaats van ze de les te lezen in termen van teamwork en synergie?
Mijn
advies, gratis en voor niets: maak van Woudestein een Apenstein, met klimrotsen,
vijvers, schommels, bomen en trossen bananen. Misschien zelfs met een paar
echte apen, hoewel dat waarschijnlijk te veel is gevraagd. Welke aap krijg
je zo gek? Gelukkig is er een alternatief: zelf wat meer gaan spelen en
smullen, slingeren en luieren. Kortom, laten we zelf eens wat vaker voor
aap gaan staan. Zoals die consultant.
Deze tekst verscheen als column in Erasmus
Magazine van 16 juni 2005
U kunt ook: