Erasmus Universiteit Rotterdam [ Erasmus University home page | Dept. of Philosophy home page ]
 
 

De programma's rechtsfilosofie 2003-2004
aangeboden vanuit de Faculteit der Wijsbegeerte

 

Politiek, recht en (mythisch) gezag
(Politics, law, and –mythical- authority)

Dit is een cursus in het Masterprogramma van de opleiding rechtsfilosofie
Studiebelasting     7 ECTS
Periode:   waarschijnlijk 1e semester
Docent   Dr G. van Oenen
Onderwijsvorm   2 uur werkcollege gedurende 15 weken
Tentamenvorm   mondeling tentamen en (kort) paper
Doelstelling   het verwerven van kennis van politiek-filosofische en rechtsfilosofische inzichten in de aard van recht en van gezag, alsmede hun samenhang.

Zowel politiek als recht claimen noodzakelijkerwijs gezag. Zonder zo’n claim zou een rechtsnorm louter een verzoek zijn, een aansporing, of een vorm van dwang. Een politieke beslissing zou slechts de uitdrukking zijn van een bepaalde subjectieve voorkeur, in plaats van een ‘bindende toedeling van waarden’. Maar waarop steunen eigenlijk de gezagsclaims van recht en politiek? Zijn zij hoe dan ook wel te rechtvaardigen, of blijft er daarin altijd een ‘ondeconstrueerbare’ rest van ‘stichtend geweld’ aanwezig?
Deze cursus bespreekt zowel klassieke als hedendaagse opvattingen over gezag in relatie tot politiek en recht, met behulp van inzichten uit filosofie, recht, antropologie, sociologie, politieke theorie, gender studies en cultural studies. Tot de te lezen auteurs behoren Walter Benjamin, Carl Schmitt, Sigmund Freud, Giorgio Agamben, Herbert Hart, Stanley Fish, Bonnie Honig, Anselm Haverkamp, Jacques Derrida en Slavoj Zizek.

Verplichte literatuur: zie het collegerooster voor deze cursus..

Aanbevolen literatuur:
Anthony Elliott, Social theory and psychoanalysis in transition. Self and society from Freud to Kristeva, 2nd edition (Free association books, London 1999)
Peter Goodrich, David Gray Carlson (eds.), Law and the postmodern mind. Essays on psychoanalysis and jurisprudence (University of Michigan press, Ann Arbor 1998)
Drucilla Cornell a.o. (eds.), Deconstruction and the possibility of justice (Routledge, London 1992)
Anselm Haverkamp (hgb.), Gewalt und Gerechtigkeit. Derrida-Benjamin. Suhrkamp 1994

Deze cursus wordt in beginsel in het Engels aangeboden. Zie ook de aankondiging onder English language courses in legal philosophy.

 

 

Fundamentele rechten: klassiek, modern en postmodern denken over mensenrechten

Studiebelasting:   5 ECTS
Periode   waarschijnlijk 2e trimester
Docent:   Dr G. van Oenen
Onderwijsvorm    2 uur werkcollege gedurende 10 weken
Tentamen   monderling en (kort) paper
Doelstelling   het verwerven van inzicht in aard, betekenis en rechtvaardiging van mensenrechten, vanuit politiek-filosofisch en rechtsfilosofisch perspectief

Mensenrechten hebben een lange geschiedenis, maar ook een lang heden. Recente filosofische perspectieven, zoals die uit poststructuralisme en postmodernisme, maar ook recente internationale ontwikkelingen, zoals de interventie in en berechting van ‘oorlogs’misdrijven, maken de vraag naar de status en betekenis van fundamentele rechten eens te meer actueel en dringend. Maar die vraag speelt natuurlijk eveneens in nationale confrontaties over bijvoorbeeld multiculturele kwesties.
Deze cursus bespreekt klassieke, moderne en postmoderne perspectieven op aard, betekenis en rechtvaardiging van fundamentele rechten. Daarbij ligt de nadruk op filosofische thema’s als (rechts)subjectiviteit, erkenning, verlangen, humaniteit, soevereiniteit en burgerschap.
Ter sprake komen auteurs als Hobbes, Locke, Rousseau, Burke, Hegel, Marx, Weber, Lacan, Derrida, Honneth, Agamben, Dworkin, Cornell, Legendre, en anderen.

Verplichte literatuur:
Costas Douzinas, The end of human rights. Critical legal thought at the turn of the century. Oxford, Hart 2000.
Overige literatuur wordt tijdens het college bekend gemaakt, of zoveel eerder als mogelijk via de bovengenoemde website.

Aanbevolen literatuur:
Stefan Gosepath, Georg Lohmann (hgbs), Philosophie der Menschenrechte (Suhrkamp, Frankfurt 1999)
Jeanne Schroeder, The vestal and the fasces. Hegel, Lacan, property, and the feminine (University of California press 1998)
Drucilla Cornell a.o. (eds.), Hegel and legal theory (Routledge, London 1991)

 
Hegels Rechtsphilosophie
(Voortgezette inleiding ethiek)

Docenten dr. H.A. Krop en dr. G. van Oenen
Studiebelasting  5 ECTS
Periode:  3e trimester
Onderwijsvorm: 2 uur werkcollege gedurende 10 weken
Tussententamen  in collegeweek 6
Tentamenvorm:  centraal schriftelijk
Doel van de cursus: grondig leren lezen van een belangrijke primaire tekst uit de geschiedenis van de filosofie, resp. de ethiek
Verplichte literatuur: G.W.F. Hegel, Grundlinien der Philosophie des Rechts. Verkrijgbaar in diverse edities. Goed en goedkoop is de editie van uitgeverij Reclam. Ook goed is de uitgave (als deel 7) in het verzameld werk bij Suhrkamp. Een goede Engelse vertaling is: G.W.F. Hegel, Elements of the philosophy of right, Cambridge university press.
Verkrijgbaar bij: boekhandel

Contactpersoon: G. van Oenen, 4-02, tst. 88999.

Onder de wat misleidende titel ‘Rechtsfilosofie’ zette Hegel zijn belangrijkste opvattingen over vrijheid, moraal en zedelijkheid (‘het goede leven’) uiteen. Staat en maatschappelijke instituties verschijnen bij hem niet als negatieve, of externe voorwaarden voor autonomie, maar als instanties die deze autonomie bevorderen en ondersteunen. De verwerkelijking van liberale beginselen, zoals grondrechten, is slechts denkbaar als de verwerkelijking van een moderne vorm van ‘zedelijkheid’, ofwel goed leven. Mede door zulke controversiële opvattingen neemt Hegels Rechtsfilosofie een vooraanstaande plaats in, zowel in de traditie van de politieke filosofie als in die van de ethiek. Vanuit systematisch perspectief vertegenwoordigt het werk de ‘continentale’ traditie in de filosofie, waarin de mens primair wordt gezien als sociaal wezen, en waarin de belangrijkste vraag die is naar de verwerkelijking van een goed leven; dit dan tegenover de (kantiaanse en utilistische) traditie waarin het individu als belangrijkste drager van rationaliteit en zedelijkheid geldt. Verder zal Hegels werk vanuit historisch perspectief worden besproken als reactie op denkers als Rousseau, Kant, en Fichte enerzijds en als inspiratiebron voor hedendaagse discussies anderzijds – denk aan de ‘deugdethiek’, en aan de discussie tussen ‘liberalen’ en ‘communitaristen’. Tenslotte kunnen, onder verwijzing naar Kants ‘Grundlegung’ zoals besproken in de colleges geschiedenis van de filosofie, verbindingen worden gelegd met het denken van Immanuel Kant.
 

Last change: September 2, 2003



U kunt ook: