Cursus Ethiek en overheidsbeleid: macht en kritiek
2e semester 2001-2002
Faculteit der Wijsbegeerte
EUR
Docent: Gijs van Oenen
kamer 4.02, Oostmaaslaan 950
tel. 010.4088999; vanoenen@fwb.eur.nl
1. introductie
2. Gary Gutting, French philosophy in the 20th century. Cambridge up 2001. Chapter 9, p. 258-288
3. Michel Foucault, Ethics. Subjectivity and truth (The essential works, vol. I). Allen Lane, London, 1997. (Selectie uit Foucault, Dits et écrits, I/II, Quarto/Gallimard 2001). Part one, pp. 3-106
4. Michel Foucault, id., pp. 111-205.
5. Jean Cohen and Andrew Arato, Civil society
and political theory. MIT press 1992.
ch. 6: The genealogical critique: Michel
Foucault, p. 255-298.
F. als machtskritiek in de lijn van Marx,
verder ontwikkeld als non-juridische, ‘positive sum’ conceptie. Het moderniseringsproces
(van de burgerlijke samenleving) genealogisch beschouwd. Verschil met Habermas.
Relatie tussen macht en staat. Transformatie van het sociale in een machtsnetwerk.
Het probleem van collectieve actie.
6. a) Axel Honneth, Das Andere der Gerechtigkeit.
Habermas und die ethische Herausforderung der Postmoderne, in : id., Das
Andere der Gerechtigkeit. Aufsätze zur praktischen Philosophie. Suhrkamp
2000, p. 133-170.
b) Axel Honneth, Kritik der Macht. Reflexionsstufen
einer kritischen Gesellschaftstheorie. Suhrkamp 1986. Hfdst. 5: Von der
Diskursanalyse zur Machttheorie: Der Kampf als Paradigma des Sozialen,
p. 168-195
Tweede fase: het sociale als netwerk van
strategisch handelen. Foucaults nieuwe machtsbegrip, als alternatief voor
de tegenstelling geweld of ideologie. Kan een omvattend, ‘micro’machtssysteem
nog van de staat uitgaan? De nieuwe macht en het lichaam. Aporie
in machtsbegrip: permanent proces van sociale strijd, maar tevens onbegrensde
effectiviteit van disciplinair geweld.
7. Beatrice Hanssen, Critique of violence. Between poststructuralism and critical theory. Routledge 2000. Chapter 2: Between Kant and Nietzsche: Foucault’s critique, p. 30-96
8. Beatrice Hanssen, id., Chapter. 3:
Power/Force/War (On Foucault’s “Society must be defended”), p. 97-157
9. Gijs van Oenen, Het surplus van illegaliteit.
De Balie, Amsterdam, 2002.
10. a) Gijs van Oenen, “Hier spreekt uw
gezagvoerder.” Gezag en tegenspraak in een postpolitiek tijdperk, in: Krisis,
3/1, maart-april 2002
b) Doris Sommer, Proceed with caution,
when engaged by minority writing in the americas. Harvard up 1999. Chapter
5: No secrets for Rigoberta, p. 115-137
c) Beatrice Hanssen, chapter 4: The violence
of language, pp. 158-178
11. Michael Hardt, Toni Negri, Empire (Harvard up 2000), pp. 183-218
12. In dienst van de democratie. Rapport van de commissie Toekomst overheidscommunicatie (cie-Wallage). Sdu, Den Haag, augustus 2001
13. Strafrechtelijke aansprakelijkheid
van de staat. Rapport van H.L.J. Roelvink e.a. aan de regering. Den Haag,
februari 2002.
En: Gijs van Oenen, 'Leve de strafbare
staat? De arrogantie der ambtsdragers versus de traagheid der wet'. Concept-tekst.
14. Evaluatie en afsluiting
U kunt ook terug naar: