Ruut Veenhoven, Erasmus Universiteit Rotterdam
TPEdigitaal, nummer over 'Brede Welvaart', vol. 2, nr. 3, pp. 10-35
Tot voor kort werd sociale vooruitgang voornamelijk afgemeten aan de groei van de welvaart zoals gemeten met het Bruto Nationaal Product. Inmiddels vinden we dat vooruitgang ook moet worden afgemeten aan de mate van geluk die de samenleving genereert en ontstaat behoefte aan meting daarvan.
Geluk in de zin van levensvoldoening kan worden gemeten door mensen daarnaar te vragen. Vragen over geluk worden vaak gesteld in grootschalige enquêtes onder representatieve steekproeven van de bevolking in landen. Daardoor zijn er nu vergelijkbare gegevens over geluk in 95 landen en tijdreeksen van 25 jaar en langer in 10 ontwikkelde landen.
Deze gegevens kunnen op verschillende manieren benut worden, afhankelijk van het doel van beleid. Als men wil weten hoe gelukkig mensen in een land zijn op een bepaald moment, is het gemiddelde geluk een geschikte maat. Ligt de nadruk op duurzaam geluk, dan kan het gemiddelde geluk gecombineerd worden de gemiddelde levensduur in het land in een index van gelukkige levensjaren. Is het doel eerder om gelijke kansen te scheppen dan kan ongelijkheid in geluk worden gekwantificeerd met de standaard deviatie. Mate van geluk en ongelijkheid in geluk in het land kunnen worden gecombineerd in de index van ongelijkheids-gecorrigeerd-geluk.
Vergelijking tussen landen toont grote verschillen op deze maten van ‘bruto nationaal’ geluk. Deze verschillen blijken samen te gaan met maatschappijkenmerken die vatbaar zijn voor beleidsmatige beïnvloeding, zoals vrijheid en rechtszekerheid. Vergelijking door de tijd toont aanzienlijke verbetering gedurende de laatste 30 jaar.