Ruut Veenhoven, Erasmus Universiteit Rotterdam
Gepubliceerd in: Gedrag en Gezondheid, 1987, vol 15, pp 107-117
SAMENVATTING
Alleenstaanden beleven gemiddeld minder voldoening aan hun bestaan dan mensen die met een
partner samenwonen. Vooral gescheidenen en verweduwden zijn naar verhouding ongelukkig.
Dit verschil blijkt in tal van onderzoekingen in moderne westerse landen en heeft
verschillende validiteitstests doorstaan. Het verschil wordt meestal toegeschreven aan het
ontbreken van een partner. Door gemis daarvan en door bijkomende belasting van
stereotypering en aanpassing bij verlies, zouden alleenstaanden minder gelukkig zijn.
Denkbaar is echter ook dat er omgekeerde effecten in het geding zijn en dat onvrede met
het bestaan nadelig uitwerkt op de kans om een partner te vinden en te houden. In dit
artikel wordt die alternatieve verklaring verkend
Longitudinaal onderzoek levert inderdaad steun voor dit gezichtspunt, maar vooralsnog geen
bewijs. Twee soorten effecten van ongelukkig zijn kunnen van invloed zijn op de kans om
alleen te komen staan. Ongelukkig zijn als zodanig kan een belemmering vormen om een
partner te vinden omdat daardoor het aantal gelijkgestemde kandidaten sterk beperkt wordt,
omdat deze eigenschap niet erg gewaardeerd wordt, en omdat een bedrukte stemming sociaal
contact pleegt te bemoeilijken. Wordt toch een relatie gelegd dan is chronisch ongelukkig
zijn daarin een voortdurende bron van twijfel. Onvrede met het bestaan kan voorts de
ontwikkeling belemmeren van eigenschappen waarvan men het in het moderne liefdespatroon
sterk moet hebben, namelijk van activiteit, interne controle, zelfwaardering en empathie.