NEDERLANDERS OVER ABORTUS
Meningen over beeindiging van leven bij abortus, euthanasie, oorlogsvoering en bestraffing

Ruut Veenhoven en Felix Hentenaar
Stimezo-Onderzoek 75-3, Stichting voor Medisch Verantwoorde Zwangerschapsonderbreking Nederland, 1975, Den Haag, 96 blz

Samenvatting
Dit onderzoek is een voortzetting van een onderzoek naar de houding tegenover abortus onder de Nederlandse bevolking in 1971. Nu echter is de vraagstelling verbreed en wel in het perspectief van "eerbied voor het leven". Het onderzoek is gehouden bij een representatieve steekproef uit de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder (n=593). De vragenlijst had betrekking op medngen over abortus, abortuswet, abortus bij oudere zwangerschap, euthanasie, doodstraf en sexualiteit. De belangrijkste conclusies uit het rapport kunnen als volgt worden samengevat:

  1. Er is in 1974 nog steeds sprake van een toenemende acceptatie van abortus. Momenteel aanvaardt bijvoorbeeld 45% van de Nederlandse bevolking abortus op verzoek, terwijl dit drie jaar geleden nog slechts 28% was.
  2. 2. Acceptatie van abortus bleef voorheen sterk beperkt tot jonge, hooggeschoolde, niet kerkelijke, politiek-progressieve personen met een goed inkomen en wonend in de steden. Momenteel zien we ook een toenemende acceptatie van de abortus in andere bevolkingsgroepen.
  3. 3. De toenemende acceptatie van abortus kan niet verklaard worden uit een algemene vermindering van de "eerbied voor het leven". Acceptatie van abortus gaat niet samen met aanvaarding van doodstraf en oorlogsgeweld. Wel is er een positief verband met acceptatie van vrijwillige euthanasie. Bij tegenstanders van abortus blijkt, waar het doodstraf en oorlogsvoering betreft, minder eerbied voor het leven te bestaan dan bij voorstanders. Dit resultaat komt overeen met vergelijkbaar onderzoek in het buitenland
  4. De toenemende acceptatie van abortus lijkt eerder voort te komen uit veranderin~en o~ lan~e termiin die zich hebben voorgedaan op het gebied van sexualiteit, gezinsvorming en normatieve orientatie. Door toeneming van het aantal sexuele contacten en concentratie van de gezinsvormende periode, is de kans geconfronteerd te worden met een ongewenste zwangerschap toegenomen. Verder raakt abortus allengs ontdaan van sexuele stigmatisering en is een toenemend respect ontstaan voor de individuele levenskeuze
  5. Een aanzienlijke minderheid van de bevolking meent dat abortus ook bij oudere zwangerschap mogelijk moet zijn. Deze minderheid is ook vertegenwoordigd in kerkelijk Nederland. Het sterkst bij aangeslotenen van de Nederlands-Hervormde kerk en het minst bij die van de Gereformeerde kerk.
  6. De voorkeuren inzake abortuswetgeving spitsen zich toe op twee uitersten te weten: abortus alleen in noodgevallen met een restrictieve wet of vrije abortus met afschaffing van alle verbodsbepalingen. Voor een middenweg, zoals die door de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie bewandeld lijkt te worden, bestaat weinig steun; ook niet binnen de eigen gelederen.
  7. Bijna de helft van de ondervraagden acht het doden van medemensen als straf of in oorlog toelaatbaar.
  8. Euthanasie wordt meer aanvaardbaar geacht voor de lichamelijk zieke mens dan voor de lichamelijk gezonde mens (69% respectievelijk 12%)
  9. Acceptatie van abortus, sexualiteit en vergPvingsgezindheid jegens oorlogsmisdadigers is het sterkst in de "culturele voorhoede" van jonge, goed opgeleide, in steden wonende mensen. Doodstraf en oorlogsvoering vinden meer acceptatie bii ouderemensen die een geringe opleiding hebben genoten en in kleine steden of op het platteland wonen.


    Volledige tekst