FREQUENTIE EN SPREIDING VAN ABORTUS

Een onderzoek door Drs. R. Veenhoven, verbonden aan het Sociologisch Instituut der Nederlandse Economische Hogeschool
Gepubliceerd in: 'Medisch Contact', vol. 27, nr. 9, 3 maart 1972

In 1970 werden in Nederland bij huisartsen, gynaecologen en consultatiebureaus voor seksualiteit naar schatting 33.000 verzoeken om zwangerschapsafbreking geregistreerd, welke bij benadering in 10.000 gevallen werden gevolgd door behandeling door een arts. Het aantal verzoeken om zwangerschapsafbreking zowel als het percentage daarvan dat werd gehonoreerd varieert sterk naar provincie. In drie van de vier regio’s waar in 1970 grote tekorten aan opvangsmogelijkheden voor ongewenst zwangere vrouwen bestonden zijn inmiddels abortus-klinieken geopend. Bij uitbreiding van die voorzieningen dienen Brabant en Limburg het eerst in aanmerking te komen.

Deze gegevens zijn gebaseerd op registraties van abortusverzoeken en -behandelingen door artsen. Deze methode lijkt redelijk nauwkeurig zolang een en ander op basis van vrijwilligheid gebeurt. De relevantie van de door middel van deze methode opgestelde cijfers is echter gering. Deze cijfers zeggen namelijk niets over het aantal ongewenste zwangerschappen of de ontwikkeling daarvan. Zij geven alleen aan hoeveel ongewenst zwangere vrouwen zich in een bepaalde periode tot een arts hebben gewend. Invoering van een registratieplicht levert dan ook geen gegevens van een wezenlijke prospectieve waarde, hoogstens even oudbakken gegevens als in dit artikel gepresenteerd. Voor werkelijk adequate voorspellingen en gerichte beleidsmaat-regelen is een breed opgezet, periodiek te herhalen bevolkingsonderzoek nodig

volledige tekst