DE MENTAL HEALTH CONTROVERSE IN DE ABORTUSDISCUSSIE

R. Veenhoven
Gepubliceerd in: Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, vol. 27, nr. 4, 1972, blz. 182-193

SAMENVATTING

Over de psycho-hygiënische aspecten van abortus wordt zeer verschillend gedacht. Sommigen zien abortus als een psycho-hygiënische maatregel bij uitstek, anderen wijzen daarentegen op de gevaren van abortus voor de psychische gezondheid van de vrouw.

Diegenen die de positieve invloed van abortus voor de geestelijke volksgezondheid benadrukken plegen te wijzen op de vaak ontwrichtende effecten van ongewenst moederschap op de vrouw. Overbelasting en ongewilde verandering van het eigen levenspatroon worden daarvan het meest als oorzaak genoemd. Van de zelfde zijde wordt ook gewezen op de slechte gezondheidskansen voor de ongewenste kinderen. Gewenstheid van een kind is een belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van een warm effectief klimaat, dat op zijn beurt weer een noodzakelijke voorwaarde is voor de ontwikkeling tot een gezond en zichzelf accepterend mens, Van de andere kant echter wordt aangevoerd dat iedere vrouw een instinctieve drang tot moederschap eigen is en dat iedere vrouw daardoor van nature een afkeer van abortus heeft. Die afkeer zou zij slechts ten koste van hoge psychische offers kunnen overwinnen, met als gevolg dat de meeste vrouwen dan ook psychisch letsel aan abortus over zouden houden.

Kortom: twee tegengestelde standpunten over abortus, die beide hun uitgangspunt kiezen in de bevordering van de geestelijke volksgezondheid. Het is alleszins interessant die controverse eens verder onder de loupe te nemen. Hiertoe zullen we eerst bekijken welke opvattingen hieromtrent leven bij de mensen die momenteel het abortusbeleid feitelijk bepalen in Nederland, namelijk de Nederlandse artsen: huisartsen en gynaecologen in het bijzonder. Vervolgens zullen we nagaan in hoeverre de beschikbare literatuur uitsluitsel kan geven in deze controverse.

volledige tekst