Radio100 – Blijf bij je eige!
Gijs van Oenen
Iedere omgeving, al is hij nog zo compact gebouwd, stedebouwkundig verordend en beleidsmatig verkend, behoudt zo zijn open ruimtes. Gebieden waar eigenlijk niks voor geregeld is, omdat men er niet aan toekwam, omdat men er niet aan gedacht had, misschien gewoon per vergissing, en een enkele keer misschien zelfs met de bedoeling te regelen dat niet alles geregeld is.
Zo kennen we in de stad door de tijd ingehaalde fabrieksterreinen, resten vergane havenglorie, overgroeide spoorwegemplacementen, door speculatie of onverschilligheid leegstaande woningen, en natuurlijk gewoon pleinen, parken en straathoeken. Maar zulke ruimte kan ook virtueel zijn. Denk bijvoorbeeld aan de leegtes in televisie-uitzendingen, de technische leegtes dan, waarin mooi de populaire publieksfunctie Teletekst gepropt kon worden. Maar natuurlijk in het bijzonder de radiofrequenties, de frank en vrije ruis tussen de mysterieuze zendmachten van Beromünster, Hulsberg, Braunschweig en Osnabrück.
Met zulke open ruimtes kan er vanalles gebeuren. Je bent er in zekere zin vrij – vrij van bureaucratie en van de regelzucht der Behörden, maar anderzijds ook weer vogelvrij. Misschien dat zo de gedachte van broedplaatsen op is gekomen. Plekken dus waar vrije vogels kunnen broeden zonder dat het broedsel al bij voorbaat aan allerlei keurmerken en waarborgen wordt onderworpen, of door paritair samengestelde commissies tot wangedrocht wordt voorbestemd. Plekken ook waar niet de massale afwentel-, claim- en verzekeringsculturen heersen die de rest van de samenleving tegenwoordig ontwrichten. Het gaat om plaatsen waar regels af en toe worden opgeschort, omgebogen of buiten werking gesteld – niet omdat regels en rechten niet worden erkend, maar omdat daarmee een publieke activiteit op een meer creatieve en eigenzinnige manier kan worden uitgeoefend.
Niet iedere regelbuiger en vrijeplekgebruiker is natuurlijk een creatieveling met een publieke geest. Drugsdealers, vrije jongens, dragracers en miniatuur warlords verstjeren het publiek domein met hun misplaatste winstbejag, geldingsdrang en reputatiezucht. Maar juist daarom is het van groot belang om te laten zien dat open plekken ook kunnen worden gebruikt voor activiteiten die zijn gericht op het verstaan van, en het verstaan worden door, de samenleving – kleinschalig, zonder schaamteloos winstoogmerk of ongegeneerde zelfpromotie, zonder overlast en geruzie. Rechtsordes zijn juist gebaat bij mensen die de kunst beheersen om rommelige oorden, grijze gebieden en ambigue zones zodanig te bewonen dat die niet voor zwartrijden of witwassen worden misbruikt. Juist door zulke bewoning leer je in zulke gebieden omgangsregelingen te ontwikkelen met de wildheid van het dagelijks leven, omgangsregelingen die een stuk produktiever zijn dan de lange arm van de overheid of de onzichtbare hand van de markt.
Goed, een vrijplaats als Radio100 is misschien rommelig en chaotisch; zij past noch in de veilinggeest van het vigerend liberalisme noch in de traditie van rechtvaardige ordening van de sociaal-democratie. Maar op zijn minst is zij bij uitstek ‘gedoogwaardig’ – wat voor mij, zoals u misschien begrijpt, geen diskwalificatie is maar juist een eretitel. Vrijplaatsen, of ze nu regelrecht politiek zijn of een kunstwerkplaats of een radiowerkplaats, willen geen onderdeel van de bestaande orde zijn, maar die orde anderzijds ook niet zomaar verwerpen. De vrijplaats staat juist voor de mogelijkheid zich te onttrekken aan de steeds venijniger oppositie tussen ‘staat’ en ‘markt’, een strijd die vooral leidt tot een institutionalisering van wantrouwen en daarmee tot een eindeloze proliferatie van commissies, raden, inspecties, toezichthouders en –uiteindelijk- enquetecommissies.
Wat een vrijplaats als Radio100 eigenlijk
nodig heeft is een ‘status aparte’. Enerzijds biedt dat de mogelijkheid
om zelf praktijken anders te organiseren dan in de buitenwereld mogelijk
is; anderzijds kan de buitenwereld met de uitkomst van deze experimenten
zijn voordeel doen. Misschien levert dat zelfs nog wel eens een best practice
op! om die bestuurderstaal toch nog maar even te bezigen. Maar hoe dan
ook is het beter om gedoogd te worden dan om geregeld te zijn; liever in
de marge dan aan de macht. Dan hebben we tenminste nog één
zender die er niet even uit hoeft voor de reclame, of even terug moet naar
Hilversum. Maar die gewoon bij zichzelf blijft.
Deze tekst werd uitgesproken als 'statement'
bij een debat over nut en noodzaak van vrije radio in Nederland, in de
Balie, donderdag 3 oktober 2002.
publicaties
Gijs van Oenen
online
teksten Gijs van Oenen
homepage
rechtsfilosofie aan de EUR