Moderniteit,
Verlichting en hun critici
Periode 1e trimester
Docenten: Dr H.A. Krop, Dr G. van Oenen
Onderwijsvorm 2 keer 3 uur college
gedurende 10 weken
Tentamenvorm Tentaminering vindt
plaats in drie
vormen/onderdelen. Ten eerste een essay van 1500-1800 woorden over een
klassiek
werk naar keuze uit de cursus. Ten tweede een mondelinge presentatie in
groepsverband (3-5 studenten) rondom een van de centrale thema’s van de
cursus,
op basis van specifieke primaire en secundaire literatuur. Ten derde
een
afsluitend schriftelijk tentamen met open vragen.
Doel
van de cursus: Verwerven van inzicht in het debat tussen voor- en
tegenstanders
van de Verlichting in de moderniteit. Hedendaagse discussie daarover
kunnen
analyseren en situeren tegen de achtergrond van de ontwikkelingen
binnen de
wetenschappen, filosofie en maatschappij.
Contactpersoon: G. van Oenen, 4088999
Deze
minor geeft een introductie op filosofisch denken, vanuit een brede
benadering
die de filosofie enerzijds situeert als onderdeel van de
geesteswetenschappen
en anderzijds beide in hun historische ontwikkeling wil laten zien. De
cursus
toont de relatie tussen de ontwikkeling van de (geestes- en
maatschappij)wetenschappen en de algemene historische en culturele
ontwikkeling
van Europa. Zij beoogt inzicht te verschaffen in de historische context
en de
filosofische en wetenschappelijke achtergronden van actuele discussies
in
wetenschap en samenleving over beginselen van de moderne staat, natie,
cultuur
en samenleving. Naast het lezen van hedendaagse literatuur besteden we
veel
aandacht en zorg aan het lezen en begrijpen van klassieke teksten,
waarbij
zowel naar de historische als naar de actuele betekenis wordt gevraagd.
Leidraad hierbij vormt het thema
‘Moderniteit en Verlichting in actueel en historisch perspectief.’
Klassieke
denkers en werken uit de moderne geschiedenis van de filosofie en de
geesteswetenschappen worden bestudeerd om tot een beter begrip van
hedendaagse
denkers en controverses te komen, toegespitst op de vraag: ‘Hoe modern
zijn wij
eigenlijk?’ en ‘welke prijs betaalt de wereld voor de moderniteit’.
Centrale thema’s van de cursus zijn:
Verlichting en moderniteit; burgerlijke samenleving; nationalisme;
kapitalisme;
wetenschap en samenleving; religie en moderniteit; totalitarisme;
democratie en
vrijheid; Verlichtingskritiek; oriëntalisme.
Verplichte
literatuur:
George L. Mosse, The Culture
of Western Europe. The Nineteenth and Twentieth Centuries. Westview
press 1988 (3rd edition) (ca 40 euro via verzendboekhandels)
En verder de volgende (op de woensdagen te bespreken) teksten:
Spinoza,
Theologisch-politiek traktaat.
Wereldbibliotheek, Amsterdam 1997, hoofdstuk 20: ‘Aangetoond wordt dat
in een
vrij staatsbestel het een ieder is toegestaan te denken wat hij wil en
te
zeggen wat hij denkt’, p. 424-437
Kant,
‘Beantwortung
der Frage: Was ist Aufklärung?’, in: id., Werkausgabe,
Suhrkamp 1977, deel XI, p. 53-61
Shlomo Avineri, Hegel's theory of the modern
state. Cambridge university press 1972. We lezen de pp.141-154.
Edward
Said, Orientalism.
Pantheon, New York 1978. Introduction, p. 1-28
Last change: 29
september 2008