Confrontatie der geesten
Klassieke werken uit de
19e en 20e eeuw
Studiejaar 2004-2005
Docenten: Henri Krop en
Gijs van Oenen
(met medewerking van Awee Prins, Wiep
van Bunge, Jos de Mul, Henk Oosterling en Percy Lehning)
Tijd: 2e trimester op dinsdagen van
11-12.45
uur, zaal H6-05 (week 4: H4-10)
3e trimester op dinsdagen van 11-12.45 uur, zaal H4-16
Deze ‘minor’ van in totaal 10 ECTS, aangeboden in het 3e Bachelorjaar en verdeeld over 2 trimesters, staat open voor alle studenten van de EUR. Zij is echter in het bijzonder toegesneden op studenten in een sociale, culturele en historische wetenschap. Het doel is drieledig.
In de loop van hun studie komen
studenten
in deze richtingen in aanraking met bepaalde ‘grote’ namen en titels
van
‘klassieke’ boeken zonder dat er gelegenheid bestaat op zo een denker
of
zo een tekst nader in te gaan. In deze cursus zal geprobeerd worden te
laten zien dat het beeld van een bepaalde denker binnen een
bepaalde
wetenschap vaak zeer verengd is, zodat een vollediger beeld ook de
mogelijkheid
biedt om de raakvlakken van de eigen discipline met andere sociale en
geesteswetenschappen
te verkennen.
Tevens zal de vraag centraal staan waarom
bepaalde denkers klassiek geworden zijn. Is deze opname in de canon
terecht?
Het antwoord zal mogelijk inzicht bieden in de grondslagen en
veronderstellingen
van de sociale en geesteswetenschappen.
Het derde doel is de relatie te laten
zien tussen de ontwikkeling van de wetenschappen en de algemene
historische
en culturele ontwikkeling van Europa. Dit zal gepoogd worden door de
teksten
te groepen rond centrale thema’s, zoals uit het onderstaande overzicht
blijkt
Een thema beslaat telkens twee weken;
telkens
wordt de ene week een negentiende-eeuwse, en de tweede week een
twintigste-eeuwse
tekst besproken (behalve in het begin van het derde trimester, daar
zijn
twee thema's over vier weken gespreid).
In de colleges wordt de te lezen tekst
zodoende steeds mede besproken vanuit het andere werk van de betrokken
auteur, alsmede de historische en intellectuele context waarin dat vorm
heeft gekregen.
2e trimester
4 januari 2005: Inleidende bijeenkomst door Henri Krop
Bevrijding van vooroordeel door het
denken
Rond 1800 heerste als erfenis van de
verlichting
de overtuiging dat de mens door filosofie en wetenschappen zich van
vooroordelen
vrij zou kunnen maken. Rond 1900 schokten denkers als Marx, Freud en
Nietzsche
deze trotse overtuiging. De mens bleek meer afhankelijk van blinde
machtsdrift,
de maatschappij en het onderbewuste dan hij wilde weten
* G. W.F. Hegel,
Phänomenologie des Geistes (11/1; inleider Henri Krop)
[integrale
tekst via www.eur.nl/ub, "digitale
bronnen"]
* Sigmund Freud,
Die Traumdeutung (18/1; inleider Gijs van Oenen)
Staat: burger versus volksgenoot.
De Franse revolutie verklaarde trots dat
ieder Fransman kan worden die de wetten van de Franse staat
onderschreef.
De romantiek verzette zich tegen dit verholen kolonialisme en meende
dat
een ware staat alleen het produkt kon zijn van een volk dat zich in een
eeuwenlange culturele geschiedenis had ontwikkeld. Tot aan de
Balkanoorlogen
heeft men de kracht van dit revolutionare beginsel kunnen zien. Maar
ook
multiculturalisme, transnationalisme en diaspora vloeien voort uit
vergelijkbare
processen van identiteitsvorming gevangen tussen etniciteit en
nationaliteit.
Kunnen burgers vreemdelingen zijn, en vreemdelingen burgers?
* J.G. Fichte,
Reden an die Deutsche Nation (25/1, Henri Krop) [te lezen/downloaden
bij
Projekt
Gutenberg]
* Hannah Arendt,
On revolution (1/2, Gijs van Oenen)
Religie versus humanisme
In de negentiende eeuw raakt ook de
godsdienst
onder invloed van het verlichtingsbeginsel van de autonomie. Zelfs als
men het belang van de religie erkent, dan nog is het een zaak van de
mens.
De romantiek verzette zich tegen een dergelijke conceptie van religie,
maar zelfs als men met de verlichting meegaat, dan nog kan men zich de
vraag stellen naar de relatie tussen zo een humanistische religie en
het
christendom.
* Ludwig
Feuerbach:
Das Wesen des Christentums (8/2, Henri Krop)
* Martin
Heidegger,
Sein und Zeit (15/2, Awee Prins)
De ambivalentie van de vooruitgang.
De verlichting ging ervan uit dat de
mensheid
door de wetenschappelijke en technische ontwikkeling steeds gelukkiger
zou worden. De samenleving zou vrijer, gelijker en eerlijker worden. Is
de techniek en de wetenschap niet een tweesnijdend zwaard en hebben we
voor de maatschappelijke vooruitgang die het westen de afgelopen twee
eeuwen
zonder twijfel gekend heeft niet een (te) grote prijs betaald?
* Auguste Comte,
Discours sur l’esprit positif (22/2, Henri Krop) [NB: deze tekst is te
downloaden!]. Te lezen fragment: p. 5-10.
* Max Horkheimer
en Theodor Adorno, Dialektik der Aufklärung (1/3, Gijs van Oenen)
8 maart 2005:
afsluitende bijeenkomst 2e trimester
3e trimester
De democratie
In het liberalisme had men een
maatschappij
voor ogen, waarin elk individu gelijkwaardig geacht werd te zijn.
Iedere
burger werd geacht in de maatschappij te participeren. Beperkingen van
opvoeding, geslacht of sexe zouden zoveel mogelijk moeten worden
opgeheven.
Hierop is een tweevoudige kritiek mogelijk, namelijk van het utopisme:
het gaat om een niet te verwerkelijken ideaal - en als dit ideaal
verwezenlijkt
zou kunnen worden dan is het onwenselijk. Het laat een koude
maatschappij
achter van calculerende burgers.
* John Stuart
Mill, On liberty (Gijs van Oenen)
(5/4)
* Robert Michels,
Zur Soziologie des Parteiwesens in der modernen Demokratie (Gijs van
Oenen). Te lezen: deel VI: De
oligarchische tendenzen van de organisatie." (12/4)
Van Michels' boek is een complete
engelse vertaling te downloaden!
De methode van de geesteswetenschap
In de tweede helft van de negentiende
eeuw gingen steeds meer academische disciplines, zoals de
geesteswetenschappen,
de behoefte voelen zich te profileren ten opzichte van de –succesvolle-
natuurwetenschap. Hetzij door de methodologische en
wetenschapfilosofische
pretenties van de natuurwetenschap over te nemen, hetzij door juist een
afzonderlijke, eigen vorm van wetenschappelijkheid te claimen. Zo
stelde
eind negentiende eeuw Wilhelm Dilthey een hermeneutische benadering
voor;
als tegenhanger in de twintigste eeuw kan daarvoor het
(post)structuralisme
van (de vroegere) Foucault worden gezien.
* Wilhelm
Dilthey,
Kritik der historischen Vernunft (‘de onvoltooide’) (Jos de Mul)
(3/5)
* Michel
Foucault, What is Enlightenment? (Qu’est-ce que les Lumières ?) (Gijs
van Oenen). Tekst is ook online te
lezen in Frans of Engels, tezamen met de corresponderende tekst van
Kant. (10/5)
Online zijn delen uit Diltheys Einleitung
in die Geisteswissenschaften in Engelse vertaling. Over Foucault
bestaan
diverse sites met online teksten, zoals Foucault.info
en thefoucauldian.co.uk.
Maatschappelijke vooruitgang
Wat is de basis van maatschappelijke
vooruitgang,
waarom slaan we bij een conflict niet onmiddellijk elkaar de hersens
in,
of maken als de dieren gebruik van tanden en klauwen? De verlichting
meende
dat dit een kwestie is van rationaliteit en dat vooruitgang als het
ware
gepland kon worden. De biologie geeft echter een ander antwoord: de
vooruitgang
wordt bepaald door krachten die buiten ons omgaan en is daarbij ten
dele
slechts schijn.
* Charles Darwin,
The Origin of Species (Henri Krop)
(17/5)
* Jürgen
Habermas, Strukturwandel der Öffentlichkeit (Gijs van Oenen)
(24/5)
Ook The
Origin of Species staat geheel online. Goede algemene sites
over
Habermas zijn er van Antti
Kauppinen uit Finland en bij www.habermasonline.org.
De basis van de moraal.
De verlichting was ervan overtuigd dat
de moraal uiteindelijk een kwestie van inzicht is. Hoe rationeler de
mens,
hoe beter. De romantiek zag echter de moraal als bepaald door niet
verstandelijke,
de mens transcenderende faktoren. De mens rationaliseert zijn emoties
en
driften.
* John Rawls,
A theory of justice (Percy Lehning)
(31/5)
* Friedrich
Nietzsche,
Zur Genealogie der Moral (Henri Krop)
(7/6)
Laatste wijziging: 14 mei 2004
U kunt ook: