Erasmus Universiteit Rotterdam [ Erasmus University home page | Dept. of Philosophy home page ]
 
 
 
 

Interactieve metaalmoeheid

Een korte omschrijving van het onderzoeksprogramma

 

Uit het persbericht van 13 juli 2007

In het kader van het NWO-programma Omstreden Democratie is aan Gijs van Oenen, universitair docent aan de faculteit der wijsbegeerte, subsidie toegekend om de komende jaren een onderzoeksprogramma te leiden over het verschijnsel interactieve metaalmoeheid.

De hypothese van dit programma is dat het geslaagde proces van democratisering en emancipatie van de afgelopen decennia thans mede leidt tot verschijnselen van afwending, afsluiting, onthechting, desinteresse en uitbesteding. De voortdurende en intense interactie die een geëmancipeerde en democratische levensstijl vereist, trekt ons aan maar maakt ons ook (metaal)moe. Het is letterlijk teveel van het goede.

Eerder hield Van Oenen zich uitgebreid bezig met het verschijnsel gedogen. Ook daarbij stond de vraag centraal in hoeverre mensen in staat zijn te leven naar normen die zij zelf, interactief en democratisch, onderschrijven. Het nieuwe onderzoek plaatst deze vraag tegen een bredere achtergrond van cultuurfilosofische en politiek-sociale ontwikkelingen.


Het onderzoek is eind 2007 van start gegaan en biedt plaats aan zowel een aio (drs Christian van der Veeke) als een post-doc onderzoeker (dr ing Bart van Leeuwen).



Samenvatting van het programma

Steeds vaker zien we dat mensen zichzelf niet meer in staat verklaren om zich te houden aan algemeen aanvaarde normen, zelfs – en daar zit hem de kneep – wanneer zij ook deze normen zelf onderschrijven. Sterker nog, juist de inburgering van het gegeven dat een ieder, als capabele en mondige burger of participant, mede moet worden betrokken in de totstandkoming en legitimatie van normen – waarvan democratie de politieke vertaling vormt – heeft dit verschijnsel bevorderd. Juist omdat we nu kunnen leven louter naar normen die we zelf rationeel kunnen onderschrijven, voelen we een sterke dwang om dit ook daadwerkelijk en volledig te doen. We bezwijken langzaamaan onder de last van emancipatie en democratie; deze zijn letterlijk ‘teveel van het goede’ aan het worden.

            De hypothese van dit onderzoek is dat hedendaagse burgers of actoren lijden aan ‘interactieve metaalmoeheid’, ofwel ‘interpassiviteit’: de voortdurende en intensieve interactie die de moderne samenleving vereist, leidt steeds vaker tot verschijnselen van afwending, afsluiting, onthechting, desinteresse en uitbesteding. Niet dus omdat we een afkeer zouden hebben van emancipatie, democratie en interactie, integendeel. Juist ons enthousiasme voor deze waarden maakt ons, letterlijk en figuurlijk, (metaal)moe.

            Beoogd wordt op drie belangrijke maatschappelijke terreinen - namelijk politiek en openbaar bestuur, arbeid en economie, en kunst en openbare ruimte – de symptomen van interpassiviteit op te sporen en te analyseren. Dit leidt tot een nieuwe, cultuurfilosofisch gegronde diagnose van problemen en spanningen op verschillende maatschappelijke terreinen die thans niet of inadequaat worden benoemd (bijvoorbeeld in termen van ‘normen en waarden’, of ‘tijd van onbehagen’). Het onderzoek is zo grensverleggend op twee niveaus. Een innovatief conceptueel raamwerk wordt ontwikkeld rond de notie van interpassiviteit dat diverse thema’s in sociale, culturele en politieke filosofie omvat en integreert. Dit raamwerk wordt vervolgens gebruikt om een aantal urgente maatschappelijke problemen te idenficeren en een diagnose te stellen omtrent oorzaak en consequenties. Bijvoorbeeld: de ontevredenheid met politiek en democratie, de neergang van de publieke ruimte en van maatschappelijke betrokkenheid (‘private rijkdom, publieke armoede’), en het ‘uitbesteden’ van verantwoordelijkheid.