De desoriëntatie van de
publieke mens
Docent: Dr G. van Oenen
Studiebelasting: 5 ECTS
Periode
1e trimester
Onderwijsvorm 2 uur
werkcollege gedurende 10 weken
Doelstelling het verwerven van
inzicht in de betekenis en
ontwikkeling van emancipatie en interactiviteit op diverse terreinen
van de
moderne samenleving: burgerschap, veiligheid,
verkeer,
publieke ruimte, stedebouw .
De
publieke sfeer is aan een structurele transformatie onderhevig. Werd
deze sfeer
ooit ervaren als een domein van vrijheid waarin men elkaar ontmoet en
waarin
een gezamenlijke wereld wordt geconstueerd, nu lijkt het meer alsof we
de
publieke sfeer louter willen gebruiken om onze door consumptie en
nieuwe media
bemiddelde individualiteit ten toon te spreiden. De zorg voor
interactiviteit
in de publieke sfeer, de verantwoordelijkheid voor een beschaafde
omgang en
voor de instandhouding van de rechtsorde, wordt daarbij zowel feitelijk
als
juridisch steeds meer ‘uitbesteed’. Individualisering, verlies aan
gezamenlijkheid en uitbesteding leiden tot gevoelens van onvrede en
onveiligheid, zodat de uitbesteding steeds meer het karakter aanneemt
van
controle, door politie, toezichthouders, providers en bewakers. We
kunnen zowel letterlijk
als figuurlijk spreken van “pathologieën van
de
publieke ruimte”, vooral waar het gaat om de moderne stedelijke
ervaring.
Brengt de moderne stedelijkheid angst en vluchtgedrag teweeg, op
sociaal,
moreel en psychologisch niveau? Hoe dan ook komt de
notie van een publiek domein als ‘vrijplaats’, als ruimte waarin
subjecten zich
creatief en communicatief kunnen ontplooien, steeds verder onder druk
te staan.
In deze
cursus onderzoeken we de historische en filosofische achtergronden van deze ontwikkeling, aan de hand van twee werken.
Ten eerste
de klassieker The human
condition van Hannah
Arendt;
ten tweede het recente werk Pathologies of
modern space van Kathryn
Milun. Voorts wordt ook "work in progress"
van de docent besproken.
Hannah Arendt, The human condition. University of Chicago press 1958
(1998)
Kathryn Milun, Pathologies of modern space. Empty space, urban anxiety,
and the recovery of the public self. Routledge 2007 (ca € 30)
Aanbevolen
literatuur:
Richard
Sennett, The corrosion of character. W.W. Norton, New York/London 1998
René
Boomkens, Een drempelwereld. Moderne ervaring en stedelijke
openbaarheid. NAi,
Rotterdam
1998
Hilde Heynen,
Architecture and modernity: a critique. MIT 2000
Voorlopig rooster van de bijeenkomsten
2.
(14/9) Hannah Arendt, The
human condition (Doubleday Anchor/University of Chicago Press 1958), dl
I en II,
1-69
3. (21/9)
Arendt, dl III en
IV, 72-153 [niet: par.16
en 22]
4.
(28/9) Arendt, dl V, 155-223 en VI, 225-297 [ niet: par. 25-27 en 37-43]
5.
(5/10) Maurizio Passerin d’Entrèves, ‘Public and private in
Hannah Arendt’s
conception of citizenship’, in: id. (ed.), Public and private. Legal,
political, and philosophical perspectives (Routledge 2000), p. 68-89
Jane Jacobs, ‘The generators of diversity’, in: id., The death and life
of great American cities (Vintage 1961), p. 143-151
John Plotz, ‘The return of the blob, or how sociology decided to stop
worrying and love the crowds’, in: Jeffrey T. Schnapp & Matthew
Tiews
(eds.), Crowds (Stanford up 2006), p. 203-223
Hilde Heynen, ‘De ontdekking
van de ruimte’, in: id. e.a. (red.), “Dat is architectuur”.
Sleutelteksten uit
de twintigste eeuw (Uitgeverij 010, 2004), p. 782-789
Lieven de Cauter, André
Loeckx, ‘Stedelijkheid: van metropool tot netwerkstad’, in: “Dat is
architectuur”, p. 818-828
André Loeckx, ‘Het
ambivalente denken, figuren van synthese en tegenspraak’, in: “Dat is
architectuur”, p. 829-843
Lieven de Cauter, ‘De
luchtspiegelingen van de utopie’, in: “Dat is architectuur”, p. 844-855
9. (2/11) Milun,
ch. 6, 7 en
conclusie, p. 185-260
10. (9/11) presentaties van studenten
U kunt
(terug)gaan naar: